LADAKH, HET LAATSTE TOEVLUCHTSOORD VAN HET BOEDDHISME

with Geen reacties



Landen
in Leh is een belevenis, het lijkt of het vliegtuig rakelings over de besneeuwde
toppen van het Himalayagebergte scheert. Ladakh, dat sinds 1947 bij Indië hoort, is een
boeddhistisch paradijs dat ook wel eens het laatste Shangrila wordt genoemd. Myriam trok door berg en dal, van gompa naar gompa, en drong door tot in het hart
van de boeddhistische cultuur van dit Indische Tibet. 






‘Rusten, niet teveel praten en veel
drinken, de hoogte is verradelijk’, zegt Tashi onze gids nadat hij ons op 3.500
m met een ‘djulé’ (hallo) verwelkomt. 
Slapen en zwijgen is niks voor mij, ik ga
meteen de plaatselijke bazar verkennen. Leh is een levendig stadje waar zowat
iedereen aan zijn rondreis begint, dus terrasjes en leuke winkels zat.
Primitieve kaas-en botermakers, wolververs en bakkers verkopen hun waar in
shops, vaak niet meer dan een gat in de muur. Ademen gaat
moeilijker dan ik verwachtte. Na twee uur slenteren door smalle straatjes plof
ik neer op een dakterras dat uitkijkt op het 17de eeuwse Leh paleis, waar de
laatste koning van Ladakh resideerde, met 9 verdiepingen domineert het de stad. Een immense ruïne is al wat er van rest. Na enkele flinke glazen
water voel ik me al een stuk beter. Terug in het hotel blijkt niet iedereen van
de groep de hoogte even makkelijk te verteren. 





Een
veilige bestemming

In de gebedstempel van het Hemisklooster
zit een jonge monnik te mediteren. Het schamele zonlicht dat binnenvalt
verlicht mysterieus de felrode banken, de kleurrijke thanka’s en de vele fresco’s.
Buiten laten vrouwen in traditionele
kledij de gebedswielen tollen terwijl ze onafgebroken mantra’s prevelen Het
immense klooster uit de Drukpa-orde (Roodkappen) is het grootste én rijkste van
Ladakh. De hoofdlama is net zo belangrijk als de Dalai Lama voor de Geelkappen.
Er wonen 330 monniken en 40 jonge knapen die worden opgeleid volgens het
strenge Tibetaanse Mahayana boeddhisme. Het museum is wat ouwbollig, maar er
hangen opmerkelijke dansmaskers. Een steil pad leidt naar het adelaarsnest, een
heilige plek waar de monniken in afzondering mediteren. Onderweg valt het me steeds meer op dat de wegen er
opvallend goed bij liggen. Zo kan het leger efficiënt de grenzen met China en
Pakistan bewaken. Want in Ladakh leven meer soldaten (150.000) dan burgers
(110.000). Die massale militaire aanwezigheid maakt het een erg veilige
bestemming.




Ban
de begeerte
‘Broken moon land’ is een passende bijnaam
voor Ladakh dat ingebed ligt tussen de Great Himalaya en het Karakoram
gebergte. In dit desolate maanlandschap besef ik waarom boeddhisten makkelijker
dingen loslaten, de leegte is volmaakt. Toch merk ik enkele opvallende details.
‘Crematietafels’ zegt Tashi nog voor ik iets kan vragen. Het gebedshuisje
ernaast heeft een piepklein deurtje, vanwege zimba (de verrijzenis), het belet
de geesten te ontsnappen om de omwonenden te sarren
De meest gefotografeerde en interessantste kloosterburcht is die van Thiksey (1420), ook wel klein Potala
genoemd, naar die van de Dalai Lama in Tibet. 
In elke gompa lijkt het alsof ik word terug
gecatapulteerd in de tijd en de klok er trager tikt. Zelfs in het nieuwste deel
(1980), waar een gigantische boeddha met een gouden gezicht me gemoedelijk
toelacht. Hij beslaat twee etages, ik moet een trap op om hoofd en borstkas te
bewonderen. Ook hier wandelen aspirant-monniken rond. 
In sumier Engels vertelt de jongste wat ze
hier allemaal leren: het vak ‘tantrische wijsheden’ maakt het meeste indruk,
vooral uit de mond van een achtjarige. 
Een opvallend fresco met een vogel, een
slang en een varken die elkaar belagen trekt mijn aandacht.‘Ze staan voor
begeerte, haat en onwetendheid, dingen die je moet bannen om een verlichte
geest te worden’ glimlacht Tashi. Het klooster is befaamd om z’n Gustor rituelen,
tantrische dansen bedoeld om kwade geesten af te schrikken, want het goede wint altijd. Zoals in de 19de eeuw, toen misdadigers
als straf een stupa moesten bouwen. Zo konden ze bezinnen door aan iets
positiefs te werken en met een schone lei herbeginnen. Ik zuig mijn longen nog
even vol frisse lucht terwijl ik van het adembenemende landschap geniet. De
hemel is volmaakt blauw, regenen doet het bijna nooit want de Himalaya houdt de
wolken tegen. Dat maakt van Ladakh de hoogst gelegen woestijn ter wereld. 



Wat
de hond niet lust     
Een klein oud vrouwtje voert stukjes nan
(indisch brood) aan een manke hond op de binnenplaats van een tempel in Leh,
waar we naar de befaamde maskerdansen komen kijken. Om niks te missen van de
voorbereidingen zijn we ruim op tijd. De dansen die bol van symboliek staan,
worden aangekondigd als mythisch en mysterieus. De meditatieve muziek ontaardt
soms in hevig tromgeroffel, begeleid door hoorns en cimbalen. Ik kijk
verwonderd naar de dansende skeletten in ‘masks of the graveyards’ waarvan de
uitvoerders volledig in trance raken. Intussen is het oude vrouwtje naast me
komen zitten en wil ze me de stukjes brood die de hond niet lustte voeren. Met
een monoloog waar ik niks van begrijp en een zaagbeweging met de arm maakt ze
mij duidelijk dat ze de dansen beu is. Maar wanneer ik haar hand in de mijne
neem, kan het niet meer stuk en lacht ze tevreden haar enige tand bloot. 
 




Sikh
intermezzo                                                                                                           
In het afgelegen Rizong klooster in Hidden
Valley wonen nog slechts enkele monniken, omdat de regels van het boeddhisme er
iets te strikt worden toegepast. Zo is buiten komen in de zomer bv.verboden,
omdat ze een insect zouden kunnen doden. Het kleine maar kleurrijke klooster
bezit naast 500 jaar oude thangka’s ook honderden antieke gebedsboeken die
slechts één maal per jaar worden gebruikt. 
Even verder ligt het nonnenklooster Thardot
Choling waar al even strenge regels gelden. Stenzin, een jong nonnetje, vertelt
dat ze ooit de slavinnen van het Rizong klooster waren, waardoor enkel de
diehards overbleven. Nu ze hun eigen klooster runnen zijn ze weer met 26. Ze
toont ons haar piepkleine kamertje (1 op 2m) dat ze met een andere non deelt. Op
de terugweg stoppen we nog even bij een Sikh tempel. Hij werd gebouwd voor Sikh
soldaten maar iedereen is er welkom. Meer nog,  je krijgt er gratis eten.
Blootvoets en getooid met een oranje hoofddeksel mengen we ons onder de
honderden gelovigen en gewone passanten die zich te goed doen aan lekkernijen
die in grote potten worden klaargestoomd. Wij houden het bij thee. 
De nacht brengen we door in tentjes in het
Ule resort, aan de Indus. Eén ayurvedische massage volstaat om me, ondanks de
hoogte, te doen slapen als een roos.




The
owner is God

De modderkleurige Indus slingert gezwollen
door een woestenij van rotsen en zandstenen bergen met subtiele
kleurschakeringen van grijs en beige. Midden in dat ruwe landschap troont op
een helling trots de Lamayuru gompa. Het uitzicht van op het terras is een van
de mooiste van Ladakh. Behalve het oudste is het met zijn 380 monniken ook het
drukst bevolkte klooster. 
De Alchi gompa is één groot kunstwerk, dat
werd uitgeroepen tot Unesco werelderfgoed. Het houtsnijwerk in de zes tempels
is uniek, de perfect bewaarde 11de eeuwse fresco’s verbluffend. Er werden enkel
natuurlijke pigmenten gebruikt. ’Het geel werd van urine gemaakt,’ lacht Tashi. 
Op één muur staan de duizend houdingen van
boeddha in kleine cirkels geschilderd. Een 4,75 m hoge 11de eeuwse lemen boeddha
leunt vermoeid tegen een wand aan. Het hoofd kan ik bewonderen via een gat in
het plafond. Net zoals in de andere kloosters stond het beeld er al voor de
tempel. In Alchi zie ik voor het eerst een langharige dzo, een koe gekruist met
een yak. In de traditionele huizen in het dorp verblijven beneden de dieren,
zij moeten in de winter de boel warm houden, bijgestaan door de keukenstoof.
Dikke pakken gedroogd gras isoleren de daken en rode driehoeken op de muren
houden de slechte geesten weg. De stupa’s rond het dorp worden gestut door
leeuwen, die er uitzien als koeien met scherpe tanden. Het valt me op dat er
meer vrouwen dan mannen rondlopen.‘Dubbel zoveel, ’zegt Tashi , ‘daarom mogen ze
hier twee vrouwen huwen.’ Iedereen blij want alleen is het leven erg hard. 
In het klooster van Likir, 15km verder,
zijn zowat alle boeddha’s vertegenwoordigd. Van Avalokitesvara, de boeddha met
de 1000 armen en 11 hoofden, wordt gezegd dat hij oppermachtig is. Met één arm
kan hij mensen van de hel naar het nirvana overhevelen. Het nirvana zit er nog
niet meteen in, maar we komen er dichtbij als we met de hele groep in een café belanden dat ‘The owner
is God’ heet. Ik drink er thee op een plastic stoel die letterlijk met grote
steken aan mekaar genaaid is. 



Hoog,
hoger, hoogst
Ladakh, ‘het land van vele passen’, doet
zijn naam alle eer aan. Vandaag trekken we over de Khardung La pas, de hoogst
berijdbare pas ter wereld (5600m), Langzaam, want we moeten alweer wennen aan
een hoogteverschil van meer dan 2000 m. 
Nabij Khardong zien we een orakelhuis, dat
gemeden wordt door alle omwonenden want er leven geesten. Een keer per jaar
maken ze een uitzondering en neemt een geest bezit van een van de dorpelingen
die dan plotsklaps in de toekomst kan kijken. 
De weg naar de Khardung La pass is druk en
smal. Terwijl kolonnen legertrucks het verkeer stremmen amuseer ik me met de
sensibiliseringsborden langs de weg. Wat dacht je van:‘Love they neighbour but
not while driving’? 
Bijna boven wacht me nog een korte klim
langs een kluwen van bidvlaggetjes en over wegschuivende stenen. Door de hoogte
voel ik mijn hart rond mijn slapen tekeer gaan. 
Net voor de top ben ik getuige van een puja
ritueel. Een koppel verbrandt offers voor de verjaardag van de Dalai Lama. Het
uitzicht over de besneeuwde toppen van de Himalaya is overweldigend. Ook
tijdens de afdaling blijven de landschappen verbazen. De kleurschakeringen zijn
verrassend. Soms lijkt het of er lukraak potten verf over de bergen werden
uitgegoten, terwijl het dal op een zwart-wit foto lijkt. In de Nubra vallei, de
vallei van de bloemen, aan de voet van het Karakoram gebergte, wordt alles
plots groen. In de dorpjes leven ze van zelfgekweekte groenten, hun kippen en
koeien. Het leven zoals het is met enkel vrolijke gezichten.





Ongelukkige
westerlingen
Op een onwaarschijnlijk vroeg uur zien we
twee vrouwen nauwgezet een zandweg vegen. De hoofdlama van de Roodkappen komt
het dorpje Chamshen bezoeken en de voorbereidingen zijn al volop bezig. De lama
komt pas in de namiddag dus alle tijd om nog een uitstapje te maken naar een
heilig meer en de zandduinen van Hunder waar bactrische kamelen rondlopen met
op de achtergrond de besneeuwde reuzen van de Himalaya. In Chamshen is iedereen
intussen in blijde verwachting. Vrouwen hebben zich in traditionele outfit
opgesteld voor de tempel en de koks zijn druk bezig de maaltijd te bereiden. Ik
voel de spanning stijgen. Net op het moment dat de lama onder luid hoorngeschal
binnenkomt verschijnt er tot mijn grote verbazing een regenboog boven onze hoofden, waar niemand lijkt
van op te kijken. 
We zijn de enige toeristen en krijgen
meteen thee aangeboden. We worden zelfs uitgenodigd aan het buffet ter ere van
de hoofdlama. Zijn speech, waar ik niks van begrijp, gaat volgens de jonge
vrouw naast me over onthechting en het koesteren van tradities en cultuur. We
krijgen een veeg uit de pan: ‘die westerlingen hebben veel maar zijn niet
gelukkig. ’Het had iets genuanceerder gekund maar ik voel me niet echt
aangevallen. ‘Geef deze traditionele feesten nooit op, ze zijn de geneugten van
het leven’ besluit hij. Daarin heeft hij gelijk. Na de speech krijg ik een
handje zoete rijst toegestoken. Volgens de jonge vrouw is het heilig eten. ‘Het
brengt geluk’, zegt ze ‘en dat kunnen wij net zo goed gebruiken als
jullie,’ waarmee ze meteen de woorden van de lama diplomatisch relativeert. 




Blije
oogst
Cymbalen, belletjes, gezang en geprevel, we
belanden middenin een mandala ceremonie. Een 12-tal monniken zingen mantra’s in
de gebedstempel van het 700 jaar oude Diskit klooster, de grootste gompa in de
Nubra vallei. Ze vieren de afwerking van hun mandala, een boeddhistisch,
uiterst verfijnd kunstwerk in gekleurd zand. Het ritueel duurt 48 u. Na zes
dagen wordt de mandala zonder pardon de berg afgegooid, want zich eraan hechten
mag niet. 
Het klooster ligt op de voormalige
zijderoute, in een surrealistisch landschap van witte zandduinen en grillige
bergen en werd ooit ingekwartierd door het Mongoolse leger. Volgens de legende
daagde een van de protectors de Mongolen uit en overwon. De indrukwekkendste
tempel van deze kloosterburcht is dan ook die van de protectors, waar de held
wordt afgebeeld met 6 doodshoofden en een bedekt gezicht: want gewone stervelingen
zijn niet opgewassen tegen de indringende blik van deze heilige man. 
Naast de gompa staat een kleurrijk
beschilderde, 32 m hoge Maitreya boeddha. Hij werd drie jaar geleden ingewijd
door de Dalai Lama. Er werd 8 kilo goud gebruikt om het beeld te decoreren. Hij kijkt richting Pakistan. ‘Om te
vermijden dat er oorlog komt met onze buren,’ zegt de oude monnik die de boeddha
bewaakt en blij is dat hij een praatje kan maken. Op de terugweg naar Leh stoppen we in
Khardong, een dorp op 4300 m. Er wordt geoogst. Iedereen is blij en zingt. De
voorzanger laat zich inspireren door het moment, de anderen vallen in. Onze
djulé die door de vallei galmt, wordt meteen het onderwerp van een van de
songs. Dzo’s en ezels worden intussen volgeladen met gerst. Toeristen zien ze
hier amper. Toch vinden steeds meer reizigers de weg naar dit stukje Indisch
Tibet dat de verbeelding eindeloos prikkelt.







Ladakh
praktisch:

Xplore the Himalaya:
Xplore the Himalaya organiseert reizen en trektochten
naar Ladakh en andere regio’s in de Himalaya zoals Nepal, Tibet en Bhutan. Je reist in groep of volledig privé, samen met een deskundige lokale gids.
Meer
info
: 03/288 25 58 of www.xplorethehimalaya.be , je kan hen ook terugvinden op Facebook, contact:
info@xplorethehimalaya.be


Geld: 1 euro = 68 rupee.
Weinig geld nodig terplaatse. Wel best cash op zak hebben voor souvenirs en tips. Er zijn 
ATM’s in Leh.

Paspoort: nog zes maanden geldig. Visum verplicht: 53 euro. Info voor de aanvraag van een visum: http://www.indembassy.be/pages.php?id=18

GSM: er is geen GSM verkeer. In Leh
kan je bellen met een sateliet telefoon voor weinig geld. Internet beschikbaar.

Gezondheid:
geen inentingen, wel voorzorgen nemen tegen hoogteziekte.

Klimaat:
Tijdens onze zomer erg warm 25 tot 30°,‘s avonds koelt het fel af. Het regent bijna
nooit. 325 dagen zon.

Tijd: 3,5u later in Ladakh
(zomertijd), 4,5u (wintertijd)



© tekst & foto’s: Myriam Thys 2014


WIJ ZIJN SOCIAAL

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *