Namib Desert, Kalahari, Sossus Vlei, Etosha, Skeleton Coast, Caprivi strip… de exuberante highlights van Namibië klinken als een klok. De beste manier om dit prachtige land in zuidelijk Afrika te ontdekken is met een stevige 4X4. Want niet alleen de highlights op zich verbazen, ook de weg ernaartoe. In het derde deel van ons drieluik over het ‘Land of the Braves’ rijden we van Etosha naar de groene wetlands vol leven in de Caprivi Strip. Welkom in het echte Afrika!
Waterbergplateau National Park. |
Kleine modellen, grote fotogenialiteit. De zon klimt net boven de horizon als we ontbijten in de Epasha Game Lodge, het kwik flirt met temperaturen rond de 25° C. Bij enkele koppen koffie stippelen we de route uit naar onze volgende bestemming: Divundu, een dorp in de Caprivi Strip op de grens met Angola. Met 840 km voor de boeg belooft het een lange, hete dag te worden. Maar roadtrippen door Namibië is geen straf. Er wachten ons vast weer mooie landschappen en we hebben enkele leuke fotostops ingepland. We gooien de benzinetanks vol, vullen het waterreservoir en checken de wielbouten: off we go.
Na Mururani het échte Afrika. |
Langs de C38 bollen we met onze 4X4 via Outjo naar Otjiwarongo waar we een omweg maken langs het indrukwekkende Waterbergplateau. In dit 400 km2 grote nationale park leven meer dan 25 soorten beschermde zoogdieren waaronder witte en zwarte neushoorns en ook de zeldzame sabelantilope komt er voor. Tijd voor een safari is er niet, want we willen voor het donker in Divundu zijn. We kennen onszelf: fotostops duren vaak nét iets langer dan gepland. We volgen de B1 naar Grootfontein en maken weer een kleine omweg, dit keer naar de enorme Hoba meteoriet die 80.000 jaar geleden op aarde insloeg. Deze 65 ton zware brok ijzer werd in 1920 toevallig ontdekt. De platte vorm ervan heeft de inslag op aarde erg afgeremd waardoor er geen krater ontstond.
Kleine modellen, grote fotogenialiteit |
In Grootfontein gaat onze 4X4 aan de kant, want we zijn aan een break toe. Hoewel er hier volgens de statistieken meer regen valt dan in de rest van Namibië, is er geen wolkje aan de hemel te bespeuren. We struinen langs de lokale markt waar vooral etenswaren en tweedehandskledij verkocht worden in laadbakken van pick-ups en piepkleine, geïmproviseerde kraampjes. In een lokale supermarkt waar de kassière perse met ons op de foto wil vullen we onze voorraad biltong aan en slaan we een picknick in die we verorberen in de schaduw van een bloeiende flamboyant. We raken aan de praat met enkele nieuwsgierige, maar vriendelijke voorbijgangers. Niemand maakt er een probleem van als we foto’s maken. Vooral kinderen staan te dringen om te poseren en giechelen opgewonden als ze zichzelf op het scherm van onze camera’s zien verschijnen. Kleine modellen, grote fotogenialiteit.
Hello Okavango!
|
Mururani, de poort naar het echte Afrika. Hoe meer we naar het noorden rijden, hoe groener alles wordt. We volgen de B8, 260 km. linea recta naar Rundu. In Mururani moet de wagen aan de kant bij het Animal Disease Control Checkpoint, een van de barrières langs de zogenaamde Red Line die dwars door Namibië loopt om kruisbesmettingen tussen het vee in het noorden en zuiden te voorkomen. Een vriendelijke militair vraagt of we dieren of dierlijke producten vervoeren. ‘Have a nice and save trip’, zegt hij koeltjes nadat we onze zakken biltong braafjes laten zien. Het checkpoint lijkt meteen de poort naar het echte Afrika. We rijden vrijwel onafgebroken langs kleine dorpjes met lemen hutten, veel vee en vooral veel mensen. Onze camera’s gaan in de aanslag, de dagplanning is eraan voor de moeite.
Het leven zoals het is: het Namibische platteland. |
In de erg fotogenieke dorpjes komen kinderen ons uitbundig begroeten. We verzeilen van de ene tranche de vie in de andere. Het leven zoals het is: het Namibische platteland. We houden fotostops bij de vele kraampjes langs de weg waar niet alleen groenten en fruit, maar ook handy-crafts en zelfgemaakte souvenirs worden verkocht. In Rundu, de enige grote stad in de Caprivi Strip, bruist het van het leven langs de weg. We rijden langs kleurrijke shebeens, primitieve kapsalons en dito shops en af en toe een night club in een uit metalen golfplaten opgetrokken barak. Onze camera’s gaan in overdrive. Tegen valavond rijden we de Caprivi Strip binnen, een lange smalle vruchtbare strook in het uiterste oosten van het land. Vijf Afrikaanse landen leunen er tegen elkaar aan: Namibië, Zimbabwe, Angola, Botswana en Zimbabwe. Het landschap is extreem groen, de vochtige hitte valt als een natte deken over ons.
Een shabeen in Rundu. |
Dan gebeurt het onvermijdelijke: de zon schuift langzaam onder de horizon tot alles gitzwart wordt. Meteen wordt duidelijk waarom de autoverhuurder in Windhoek ons op het hart drukte om nooit in het donker te rijden. Met nog 40 km voor de boeg tot Divundu staan we voor een dilemma. De tent op het autodak uitklappen is een optie, maar we wagen het erop en rijden verder. Een onderneming die het uiterste van onze zintuigen vergt. De rand van het asfalt zien we nog amper, voor ons gaapt een groot zwart gat. Niet alleen mensen lopen langs en op de weg, maar ook geiten, koeien en ezels en af en toe wilde dieren. We rijden letterlijk met onze neus tegen de voorruit. We zijn dan ook ontzettend opgelucht als we twee uur later Divava Kavango, onze lodge in Divundu bereiken. De Amarula die we er krijgen aangeboden lijkt wel een geschenk uit de hemel. Nadat we ons geïnstalleerd hebben in onze comfortabele hut, genieten we nog van een uitgebreid viergangendiner dat we doorspoelen met een lekkere Zuid-Afrikaanse wijn. Dat we die nacht slapen als twee rozen staat als een paal boven water.
Divava Kavango Lodge. |
Keep calm and relax. Vanop het terras van onze hut hebben we een fenomenaal uitzicht op de Okavango rivier die over vele kilometers de natuurlijke grens vormt met Angola. We verwennen onszelf met een heerlijk dagje niksdoen, welverdiend na de vele kilometers die we gisteren vraten. De zalige stilte bij de lodge wordt af en toe onderbroken door het holle gebrom van Oscar, het huisnijlpaard van Divava Kavango dat nooit ver uit de buurt is. We blazen uit met een cocktail bij het zwembad, nemen af en toe een frisse duik en laten ons een uur lang verwennen met een massage die wonderen doet. Keep calm and relax, fluisteren onze masseuses quasi overbodig want we zijn helemaal zen na een dagje far niente. ‘s Avonds verkennen we de buurt met onze 4X4 en verzeilen we in een soort surrealistisch niemandsland tussen Angola en Namibië. Naar goede gewoonte sluiten we de dag af met een uitgebreid diner en een lekkere Zuid-Afrikaanse wijn. We voelen ons de koning te rijk.
Baobabs zie je overal in Mahango Core Area. |
Mahango Game Reserve. Another day in paradise, een die begint voor dag en dauw. Van onze lodge rijden we in de opgaande zon naar Mahango Core Area bij de grens met Botswana, een deel van het Bwabwata National Park. Het leuke aan de Caprivi Strip zijn de vele kleine wildparken waar je quasi alleen rondtoert met een echt off the beaten track gevoel. We stappen over in de Range Rover van Mike die ons een halve dag door het 254 km2 grote natuurreservaat zal gidsen. Wat ons meteen opvalt zijn de vele baobabs die er overal groeien. Omdat deze bomen behalve wortel schieten in Afrikaanse wildparken nergens goed voor zijn, worden ze niet gerooid en groeien ze uit tot echte kolossen. We volgen de C 48, de enige verharde weg, dwars door het park tot aan een Botswaanse grenspost. Just for the fun of it, lacht Mike. Maar het wordt pas écht interessant als hij off road gaat. We rijden door een erg gevarieerd landschap van moerassen, uitgestrekte graslanden, fossiele rivieren en dor, open bosland.
Vervet aapjes (boven) en de zeldzamere sabelantilope (onder). |
Al na enkele minuten spotten we het eerste wild: een grote familie bavianen maakt het bont op een open plek in het bos. Wat verder kijken enkele vervet aapjes en hun jongen ons wat onverschillige aan van onder een boom. Zebra’s, kudu’s, giraffen, de hele klassieke safarigids passeert de revue. De olifanten die stapvoets het park afschuimen zijn volgens Mike zwervers die onafgebroken pendelen tussen Angola en de Caprivi Strip. Hoewel we ze niet te zien krijgen, leven er ook grote katachtigen zoals leeuwen, luipaarden en cheetah’s in het park. Mahango Core Area is het leefgebied van meer dan 400 vogelsoorten. We spotten o.a. enkele koritraps, witruggieren, een jagende secretarisvogel en een stel uit de kluiten gewassen maraboe’s, de grootste ooievaars ter wereld. De vele baobabs zijn dan weer dankbare speeltuinen voor kleine bendes vrolijk kwetterende agapornissen die er zich rot in lijken te amuseren. Op de terugweg spotten we nog een eenzame sabelantilope. De Caprivi Strip is het meest westelijke gebied waar dit prachtige dier voorkomt.
De ongekroonde koning van de Okavanga. |
Wake up call voor Bernard. Oscar het huisnijlpaard blijkt heel wat vriendjes te hebben. Die ontmoeten we tijdens een tocht met een motorbootje op de Okavango, met Bernard als gids. Op een boogscheut van een badende kudde legt hij de motor stil en vertelt honderduit over het leven van deze quasi prehistorische monsters. ‘Van een leeuw kan je nog ontsnappen, van een nijlpaard niet,’ zegt hij cynisch. Maar het houdt steek. Ondanks hun logge bouw kunnen ze op het land tot 40 km/u lopen en zijn ze uiterst wendbaar. Vreemd genoeg zwemmen ze niet, maar lopen ze als een soort astronaut over de bodem. Nijlpaarden zijn bovendien erg agressief, wat ze tot de gevaarlijkste dieren van Afrika maakt. Een kolossaal mannetje heeft ons in het vizier en komt stapvoets dichterbij. Bernard? ‘Geen probleem,’ lacht hij. ‘Zolang de motor draait kan er ons niks gebeuren.’ Wake up Bernard, de motor ligt stil!’ Hij kijkt verschrikt, start snel de motor en vaart kalm van de kudde weg.
Bernard, onze prettig gestoorde gids te water (boven) – Poppa Falls (onder). |
Shamatapa Village. |
De regenmakers van de Okavango. Toen de Hambukushu tijdens de Angolese burgeroorlog door de Portugezen uit Angolees Barotseland werden gejaagd, vestigden ze zich vooral in Botswana, maar ook in delen van Zuid-Afrika en Noord-Namibië. Op enkele kilometers van onze lodge bezoeken we Shamatapa, een Hambukushu dorp waar we middenin het dagelijkse leven van dit overwegend van landbouw en visvangst levend volk verzeilen. Caray, een rasechte Hambukushu leidt er ons rond. Enkele vrouwen zitten geduldig mandjes te weven, in typische bruin, oranje en subtiele roomtinten, hét handelsmerk van de Hambukushu. ‘Onze manden worden gezien als de mooiste van heel Afrika,’ zegt Caray. ‘We gebruiken ze voor zowat alles wat je maar kan bedenken, tot visvangst toe.’
De Okavango bij zonsondergang. |
De Hambukushu zijn ook befaamd als bedreven rainmakers. Elk dorp heeft z’n eigen regenmaker, een soort bushdoctor, de machtigste man in het dorp na het stamhoofd. Behalve regen oproepen, kunnen ze naar eigen zeggen ook regen stoppen. We krijgen er helaas geen demonstratie van te zien, maar zien o.a. een smid, een vuurmaker en een dorpsdokter aan het werk. Tegen valavond bonken de tamtams ritmisch, bijna bezwerend, Caray blaast luid op een scheidsrechtersfluitje en er wordt gedanst dat het een lieve lust is. Kinderen uit de buurt zakken nieuwsgierig af naar Shamatapa en klappen vanop afstand mee met de muziek. Hun kleine heupen zwaaien galant mee met de maat. Okavango feest.
NAMIBIË PRAKTISCH:
Geef een reactie