10 TIPS VOOR EEN GESLAAGD WEEKEND RUPELSTREEK

Zes eeuwen kleiwinning hebben het landschap langs de Rupeloever dramatisch hertekend. Het is een uniek gebied waar de natuur haar bestaansrecht weer opeist en authentieke steenbakkersdorpjes als Noeveren en Hellegat getuigen van een roemrucht verleden. De Rupelstreek heeft het allemaal: industrieel erfgoed, groen, een stevige brok authenticiteit, maar ook originele kunst laat er van zich horen. Wij geven alvast 10 leuke tips voor een geslaagd weekend bij de steenbakkers van weleer.

1. Het Noordelijk Eiland. De begroeiing en waterpartijen van dit 50ha grote natuur- en stiltegebied dat wordt omsloten door de Rupel, de Schelde en het Zeekanaal, doen af en toe erg aan de Camargue denken. Doe daar nog de wilde Konikpaarden bij die er grazen en het plaatje is helemaal compleet. Met wat geluk kan je er zeehonden spotten, er wonen vossen en een heleboel watervogels hebben er een pleisterplek gevonden. Ganzen, kleine zilverreigers, visdiefjes en lepelaars, je ziet ze hier allemaal. Toch was het meest opmerkelijke dier dat hier ooit ten tonele verscheen de narwal die er in 2016 aanspoelde. De quasi mythische narwal is een tandwalvis die normaal alleen in de arctische gebieden leeft. Om die gebeurtenis – letterlijk – in de verf te zetten maakte street-artkunstenaar Dzia er een prachtige mural van bij de zeesluis. Het Noordelijk Eiland bereik je met de veerpont vanuit Schelle.

2. Nen Nielsen Oemweg. De Rupelstreek smeekt gewoon om wandelingen. Een niet te missen hike is Nen Nielsen Oemweg, een wandellus langs kunst, klei en natuur. De wandeling vertrekt bij het statige gemeentehuis van Niel en voert ons naar het natuurgebied Niels Broek waar grachten, poelen en knotwilgen het landschap bepalen. In het Hellegat maak je een sprong in de tijd langs kleine steenbakkerswoningen, droogloodsen en steenovens, de stille getuigen van het harde maar roemrijke verleden van de streek. De route loodst ons verder langs de restanten van een oude getijdenmolen die werd aangedreven door de sterke getijdenwisseling van de Rupel. Let vooral op de street art onderweg, zoals bij Natuurhuis De Paardenstal in de Walenhoek. Het gestileerde paard dat Dzia er op de zijgevel schilderde is een ode aan alle trekpaarden die hier ooit de wagonnetjes met klei moesten versjouwen. Nen Nielsen Oemweg kan je maken met de lange lus (9,5 km) of de verkorte lus (5,4 km).

3. Fietsen langs de Baksteenroute. Alle highlights van de Rupelstreek op één dag zien? Het kan met de Baksteenroute, een 39km lange fietslus die begint bij De Velodroom in Boom: een fietsmuseum, fietscafé en fietsverhuur / herstelpunt op één locatie. De route voert via de Rupeldijk naar Noeveren en het Hellegat, twee door de tijd bevroren steenbakkersgehuchten in de schaduw van gelegen, (klamp-) ovens en schoorstenen. Vanaf Schelle neemt eerst de Scheldedijk en daarna rustige landelijke wegen het over en maken rijen kleine arbeiderswoningen plaats voor de statige grandeur van pakweg de Sint-Bernardusabdij, Kasteel Cleydael en het Laerhof in Reet. Obligate stops bij de Oude Watertoren in Reet met een prachtig panorama over de Rupelstreek en het Drie Rivierenpunt in Rumst, waar Dijle en Nete samenvloeien tot de Rupel. Terug bij De Velodroom heb je de hele 12km lange Rupel afgefietst, een van de meest merkwaardige rivieren van België die bv. geen bron maar wel een sterke getijdenwisseling heeft. Kleurrijke noot langs het parcours: de prachtige street art van Yellow Brick Road

4. Yellow Brick Road. Yellow Brick Road, de imaginaire weg uit de Wizzard of Oz, is de naam van het street art project van de Boomse kunstenaar Kanter Dhaenens. Een groot deel van het traject ligt op de weg die Kanter elke dag al fietsend met z’n zoontjes aflegt naar school. Ze vonden dat de route best wat kleur kon gebruiken en het idee om er de Yellow Brick Road van te maken was geboren. Bevriende kunstenaars als Dzia sprongen mee op de kar en vandaag is er al meer dan 3000m2 aan street art te bewonderen en dat doorheen de hele Rupelstreek. De werken van Yellow Brick Road kan je bekijken langs zowel de Baksteenroute als Nen Nielsen Oemweg. Het opus magnum tot dusver is ‘Cycles’ op de sporthal van Niel, waarvoor Kanter en Dzia maandenlang de handen in elkaar sloegen.

5. De Rupelstreek in vogelperspectief. De oude Pidpa watertoren van Reet (Rumst) werd enkele jaren geleden vakkundig getransformeerd tot een uitkijkpunt over het hinterland van de Rupelstreek. De metalen trap die aan de buitenzijde werd bevestigd, voert je tot boven op de oude waterkuip met een platform vanwaar je uitkijkt over de steenbakkerijen, kleiputten en droogloodsen, die vandaag diep verscholen liggen in het groen. Bij helder weer kan je zelfs het Atomium in Brussel zien liggen. De Oude Watertoren is een van de highlights op de Baksteenfietsroute. Rumstsestraat in Reet, vlakbij De Schorre.

6. De Sint-Bernardusabdij van Hemiksem. De Sint- Bernardusabdij werd gesticht in 1236 in Vremde, maar verhuisde in 1243 naar Hemiksem. De stichters, de cisterciënzermonniken, lagen mee aan de basis van de kleiontginning in de Rupelstreek. De oorspronkelijke abdij brandde in 1672 ei zo na helemaal af, het huidige gebouw dateert uit de 17e en 18e eeuw. De monniken verdwenen definitief na de Franse Revolutie waarna de abdij dienst deed als o.a. een hospitaal, gevangenis en een militair depot. Vandaag zijn de gebouwen eigendom van de gemeente. Niet alleen mooi om naar te kijken, in de zomermaanden kan je er ook iets drinken aan de gezellige zomerbar Craby Bay. Het uitgelezen moment om bv. Abdijbier van Heymissen te proeven. De abdij ligt op de Baksteenroute.

7. Een reis door 6 eeuwen kleiwinning. Het roemruchte steenbakkerijverleden zorgt voor unieke verhalen. Die vind je in het quasi authentiek gebleven Noeveren waar je je jaren terug in de tijd waant en in oude films als ‘De Klinkaert’ en ‘Het Hellegat’. Klampovens, torenhoge schoorstenen, kilometerslange gelegen en rijen kleine rijwoningen bepalen er het inmiddels beschermde dorpsgezicht. Maar liefst twee musea, EMABB en ‘t Geleeg, brengen het verleden van de Rupelklei weer tastbaar tot leven. Je leert o.a. wat de Rupelklei zo speciaal maakte, de evolutie van het noeste handwerk tot de eerste excavateurs, waarom er in de winter klei gewonnen werd om er in de zomer pannen, stenen en tegels van te bakken en je eindigt je bezoek in de klampovens en gelegen. Ook de sociale context wordt er uitvoerig uit de doeken gedaan. Neem nadien zeker de tijd om nog een wandeling door Noeveren te maken.

8. Streekbieren proeven. De 16 brouwerijen die de Noeverse arbeiders ooit van hun enige verzetje voorzagen zijn intussen jammergenoeg allemaal verdwenen en toch kan je nog overal in de Rupelstreek streekbier drinken. Klinkaert Blond, Blonde Bloemekee, Noeverschen Tripel, Padvinderke Blond, om er maar een paar te noemen, het zijn stuk voor stuk bijzonder lekkere bieren. Onze top vier zijn Klinkaert Roodbruin, een lichtbitter doordrinkertje nagegist op de fles, Vaertlander, de blonde klassieker van hoge gisting, Hellegat Tripel, bier van hoge gisting, hergist op de fles en Abdijbier van Heymissen, blond met een volle smaak en licht bittere afdronk. Wie op zoek is naar een originele plek om al dit streekbier te degusteren sturen we graag naar volkscafé De Koophandel in Noeveren: Leuvense stoof, toog uit de jaren ’30 en een Rock-Ola uit 1956, waaruit dito songs weerklinken, beter dan dit wordt het niet.

9. Restaurant In De Root. Restaurant In De Root is voor ons alvast een goeie reden om nog eens terug naar het steenbakkersgehucht Noeveren te trekken. Gladys en haar man Jan, twee trotse Noeverianen, bestieren sinds drie jaar dit sfeervolle volkse restaurant in een klein rijhuis tussen de oude klampovens en gelegen. Het koppel kiest bewust voor eenvoud. Op de kaart zien we dan ook geen gerechten met dure namen, maar eerlijke lokale kost die met veel liefde en toewijding wordt klaargestoomd. Hun specialiteiten: schep (paardenstoofvlees, hét streekgerecht bij uitstek), vol au vent (Gladys rolt iedere week drie uur balletjes) en vegetarische lasagne. Probeer zeker een van hun lekkere kroketjes als voorgerecht. Alles wordt bij voorkeur geserveerd met lekkere streekbieren en de super vriendelijke bediening is in de prijs inbegrepen. Onze tip: ‘kroketjes van schep’ als entree, vol au vent met frietjes als plat en doorspoelen met Hellegat Tripel.

10. B&B Biendomo. Tijdens ons weekend overnachtten we in wat de mooiste B&B van de hele Rupelstreek moet zijn: B&B Biendomo in een stijlvol gerestaureerde hoeve in Reet. Biendomo wordt gerund door Greet die er alles aan doet om het haar gasten naar de zin te maken. De vier ruime en uiterst comfortabele kamers zijn genoemd naar de aangrenzende gemeenten. In de smaakvol ingerichte centrale ruimte wordt het ontbijt geserveerd en kan je terecht voor een drankje tussendoor. Het gezellige terras doet dan weer dienst op warme dagen. Voor de echte fijnproevers: B&B Biendomo ligt op wandelafstand van het bekende sterrenrestaurant De Pastorale.