HET GROENE HART VAN S-LOVE-NIË

with Geen reacties

Slovenië, het enige land dat ‘love’ in zijn
naam draagt, was tot voor kort Europa’s onontdekte parel. Maar daar is heel
snel verandering in gekomen. In de Lonely Planet top 10 van niet te missen
plekken in 2018 staat de enorme bergketen waar mijn reis begint, de Julische
Alpen, hoog genoteerd. En gelijk hebben ze, het is er niet alleen prachtig,
maar bovendien nog niet door massatoerisme bezoedeld. Ook de rest van Slovenië is
een onbeschreven blad. Twee derde bestaat uit bos. Groen is de hoofdkleur van
dit fantastische land dat ook bij ons steeds populairder wordt.


Weidse panorama’s over de Julische Alpen.



Na een
heerlijke late lunch  met erg goeie wijn – Slovenië produceert bijzondere wijnen – vertrek ik vanuit Mozirje per kabellift
naar mijn hotel in het Kamnik-Savinja gebergte dat gescheiden
is van de
Julische Alpen door de Sava vallei. Golti Mountain Resort, een
trendy skihotel op 1410m hoogte, is een uitgelezen startpunt voor een bergwandeling.
Nog voor ik een stap verzet heb word ik al getrakteerd op een prachtig panorama
op de vallei. Na een korte hike kijk ik uit op de Triglav, de ongekroonde koning
van de Julische Alpen, een berg met drie koppen en meteen ook het hoogste punt
van het land: 2864m. Hij heeft zijn naam verleend aan het enige Sloveense nationale
park en is bovendien het symbool van Slovenië. Beide bergketens zijn een gebied
vol steile pieken, gletsjers, dicht beboste flanken, uitgestrekte meren en
watervallen, een perfecte plek voor stevige hikes. Volgens mijn gids vind je
hier bovendien lynxen, wolven, vossen en zelfs een vijfhonderdtal beren.


“Ik kijk uit op de Triglav, de ongekroonde koning van de Julische Alpen, een berg met drie koppen en meteen ook het hoogste punt van het land.”

De ondergaande zon zorgt voor een perfecte lichtshow.


Hoogste minigolf ter wereld. We hiken naar een
meertje vlakbij de hoogste minigolf van Europa. Ik verzin het niet, op 1530
meter kan je hier een partijtje golf spelen in the middle of nowhere. Ik onderneem
een zwakke poging maar word heel snel afgeleid door de ondergaande zon die voor
een perfecte lichtshow zorgt. En op dit panoramische punt maak ik ook kennis met
Lepa Nadia, vrij vertaald als mooie Nadia. Het lijkt alsof deze fictieve dame
zich heeft neergevlijd op de hoogste bergtoppen en haar lange haar laat wapperen
over een van de flanken. In de zomer staan de velden hier vol bosbessen en om
dat te bewijzen laat mijn gids me een lekker lokaal
 bosbessenlikeurtje proeven dat gelukkig minder
zoet is dan ik vermoedde. Nazdravje!


“Ik maak kennis met Lepa Nadia, deze fictieve dame zich neervlijt op de hoogste bergtoppen en haar lange haar laat wapperen over een van de flanken.”

Slovenië, het land van smaragdgroene meren.



Het ondergrondse wonderland Postojna. Het
Karstplateau, de Notranjska regio in het zuidwesten van Slovenië, wat vanaf
Ljubljana zomaar even 10.000 km2 beslaat, loopt tot aan de kust en is werkelijk
één grote belegen kaas met gaten. Het bestaat uit diepe kloven, grotten en
ondergrondse rivieren. Volgens mijn gids zouden er in Slovenië 11.365 grotten
zijn van minstens 100m lang en dat kan tellen. De
Škocjan grot is de bekendste en
Unesco Werelderfgoed. Maar ik duik de Postojna cave in, de op één na langste
grot ter wereld: 24km, het gangenstelsel lijkt oneindig. Slechts 5 km is
publiek terrein, maar dat is een behoorlijk lang parcours om met open mond te
doen. Het is werkelijk spectaculair mooi. De grot is ruw geschat zo’n 3 miljoen
jaar oud. De eerste bezoeker betrad dit ondergrondse wonderland al in 1213.
Sinds 1818, want het duurde bijzonder lang voor de grot ook commercieel werd
uitgebaat, kwamen er zo maar even 37 miljoen mensen de vele stalactieten en stalagmieten
bewonderen. Het was de allereerste grot ter wereld die elektriciteit kreeg in
1884.


“Ik duik de Postojna cave in, met 24 km. de op één na langste grot ter wereld en een gangenstelsel dat oneindig lijkt.”

Postojna cave, met 24 km. de op één na langste grot ter wereld.



Blinde grotsalamanders. Als stalactieten
1cm groeien per 100 jaar, dan is het sommetje snel gemaakt. Er staat een
wolkenkrabber van 60 meter hoog, die is dus gevormd gedurende 600.000 jaar.
Alleen al dat besef maakt zo’n grotuitstap indrukwekkend. Bovendien is het nog
gezond ook, want de hoge luchtvochtigheid zou perfect zijn voor de longen. In
zo’n koele t° en hoge vochtigheidsgraad, op een plek waar bovendien niks te
eten valt verwacht ik niet meteen levende wezens en toch is er leven zo’n 120 m
onder de grond. Buiten wat schorpioenen, jawel, spinnen en duizendpoten leven
er nog enkele bijzonder eigenaardige wezentjes: de grottenolmen. Ze kunnen jaren
zonder voedsel, zijn blind én albino en leven meer dan 100 jaar.


“Voor mij staat een wolkenkrabber van 60 meter hoog, gevormd gedurende 600.000 jaar. Alleen al dat besef maakt zo’n grotuitstap indrukwekkend.”

Postojna cave.


Ondergronds postkantoor. Beklemmend vind
ik het niet 120m onder de grond. De ruimtes zijn zo groot dat een gevoel van
claustrofobie totaal niet aan de orde is. Ik kijk uit vanop een 40m hoge brug
op wat de concertzaal wordt genoemd. Een ruimte van zomaar even 3000m2 groot,
die vroeger verlicht werd met duizenden kaarsjes. Maar het leukst in zo’n
druipgrot is dat net zoals bij wolken mijn fantasie overuren draait: 
nijlpaarden,
bloemkolen, heiligenbeeldjes, een krokodil, ik zie er zowat alles in en blijk niet
de enige. Kleine anekdote, je hebt hier een postkantoor, je kan dus rechtstreeks
én met een originele stempel vanuit de grot een kaartje versturen.


“Het leuke aan een druipgrot is dat mijn fantasie er net als bij wolken overuren draait: nijlpaarden, bloemkolen, heiligenbeeldjes, een krokodil, ik zie er zowat alles in.”

Grotburcht Predjama.



Een bijzonder kasteel. Vlakbij
Postojna ligt een bijzonder kasteel, Predjama (12
de eeuw), het is
een grotburcht die uit de rotsen lijkt gesculpteerd en op zo’n 125m boven de
grond bengelt. De vijand maakte hier geen enkele kans want het kasteel was oninneembaar.
In de 15
de eeuw woonde er een rebelse ridder, Erazem van Predjama.
Hij werd door de keizer ter dood veroordeeld. Omdat hij zich niet wilde overgeven
hongerden ze hem uit, althans dat dachten ze. Want niemand wist dat het kasteel
bovenop een grot is gebouwd en er een geheime gang was waardoor constant voedsel
werd aangevoerd. Jammer genoeg had het kasteel één zwakke plek, het toilet, dat
buiten aan een toren hing. Ze kochten een medewerker om en Erazam werd – jammer
voor de man – in 1484 in een niet zo heldhaftige positie vermoord. In de 16
de
eeuw werd het gerestaureerd in Renaissancestijl. Na de 2
de WO kwam
het in handen van de staat. Vandaag is het een museum dat ik met veel
nieuwsgierigheid bezoek. En omdat het lang een jachtverblijf voor de adel
was, hangt het vol trofeeën.


“De grotburcht van Predjama bengelt 125 m. boven de grond en lijkt uit de rotsen gesculpteerd.”

Gletsjermeer Bled, een van de mooiste plekken in Slovenië.



Het iconische Bled meer. Veruit de
populairste en meteen ook een van de mooiste plekken van Slovenië is het smaragdgroene
gletsjermeer Bled. Middenin ligt er een klein eilandje met één kerk op, het
barokke Maria Hemelvaart kerkje. In de toren hangt een wensklok. Ik moet nog
even geduld hebben om te weten of mijn wens effectief uitkomt. Maar het is
razend populair. 
Vanuit het Bled
kasteel op de oever, heb ik een uniek zicht op het volledige meer en het kleine
eilandje dat als een kers op de taart in het water ligt. Een idyllisch beeld
dat op mijn netvlies blijft gebrand. Een pletnaboot, een soort Sloveense
gondola, brengt me naar het eiland. Martin, de bootsman vertelt me dat het om
een hele oude traditie gaat. Elke boot behoort toe aan een familie, er zijn er
nog 23. Het beroep van roeier gaat over van vader op zoon. Martin begon al op
z’n 9
de en is dus als 23 jarige een volwaardige pro. Hij leunt met
veel kracht op de twee roeispanen, een traditionele techniek die zijn
armspieren behoorlijk ontwikkeld hebben. Op de oever ligt het stadje Bled en
iets verder het vakantiehuis van Tito, nu het luxehotel Vila Bled. Het meer is
samen met Ljubljana de meest toeristische en meest gefotografeerde plek van het
land.


“Het gletsjermeer van Bled is samen met Ljubljana de meest toeristische en meest gefotografeerde plek van Slovenië.”

Lake Bohinj en Soca Rivier.


Soča
Rivier en Lake Bohinj. 
Fiets- en
wandelroutes zijn er in overvloed in Slovenië en als je wil raften kan dat ook op
de prachtige So
ča rivier. Niet alleen geliefd voor de spectaculaire  stroomversnellingen, maar ook voor de unieke smaragdgroene
kleur van het water. Het wordt niet voor niks de mooiste Alpenrivier genoemd. De So
ča zorgt voor prachtige kloven in het gebergte en voedt een
aantal ondergrondse rivieren. Niet zo ver daarvandaan ligt lake Bohinj, een van
de mooiste bergmeren, zeker zo mooi als Bled maar dan zonder het eilandje. Het
is in elk geval het grootste meer in Slovenië en het ligt in het enige
Nationale Park: Triglav. Op de oever van het meer ligt Rib
čev
Laz, waar een gezellige drukte heerst. De terrassen, bars en restaurants zitten
vol. Het is de eerste keer dat ik zoveel toeristen samen zie. Het gotische
  Johannes de Doper kerkje staat op de meest
fotogenieke plaats van het dorp, naast de brug over de Sava Bohinjska rivier
die hier uitkomt in het meer.


“De smaragdgroene Soča rivier met z’n spectaculaire  stroomversnellingen, wordt niet voor niks de mooiste Alpenrivier genoemd.”

Good food and good friends.

Gastronomische high-lights. Dat er lekker
gegeten wordt in Slovenië is geen geheim, zowel boerenkost als verfijnde
gastronomie. Beter nog, de beste kok ter wereld komt uit Slovenië: Hisa Franco,
heet ze. Sterren worden er hier nog niet uitgedeeld door Michelin, maar er
staan heel wat jonge en goeie koks te trappelen om wat erkenning. Met al de
schapen en koeien die in dit land rondlopen kan het niet anders dat er
heerlijke kazen worden gemaakt. De bergen rond het Bohinj meer zijn de
thuishaven van de meest bekende soort, de Mohant kaas, maar ook de liefdeskaas
Trni
č
is erg populair. Herders gaven deze kaasjes, in de vorm van een vrouwenborst,
aan hun vriendinnetjes als teken van liefde. En als je in Bled bent niet
vergeten kremsnita, de Bled cream cake, te proeven in The Park Café, de hemel
op een bordje.


Jonge getalenteerde koks trappelen om erkenning.



Opvallend is ook de kwaliteit van de wijnen. Er wordt hier al wijn
gemaakt sinds de Romeinen, maar de industrie kreeg een enorme terugslag door
het communisme. Die 40 jaar verloren tijd hebben ze intussen ruim ingehaald. Er
worden zo’n 125 miljoen flessen geproduceerd, die steeds meer prijzen in de
wacht slepen. Het is een van de boeiendste wijnlanden in
Oost-Europa
  en waarschijnlijk het enige land ter wereld waar er een ode aan de wijn in het volkslied zit. Brda in West-Slovenië is een prachtige wijnstreek waar vooral
jongere wijnmakers het mooie weer maken. Hun wijnen veroveren langzaam maar
zeker de Europese markt.


“Slovenië is waarschijnlijk het enige land ter wereld waar er een ode aan de wijn in het volkslied zit.”

Piran, Tartinijev trg.

Piran, een stad van zeelieden en
kunstenaars. 
Een van de
charmantste stadjes aan de Adriatische zee is Piran, 
met een bijzonder
gezellige haven. Het Tartinijev trg (plein), genoemd naar de 17de eeuwse
Italiaanse violist en barok componist Guiseppe Tartini, is uniek, het voelt
alsof ik een flinke stap terug in de tijd zet. Romeinse overblijfselen zijn er
zo goed als niet meer, ook van de Slavische stammen die zich hier vestigden in
de 5
de eeuw blijft er weinig over. Maar doordat Piran deel uitmaakte
van de stadsstaat Venetië, zie ik vooral daar nog sporen van.


Langs de kustlijn van Piran vindt je volop kleine restaurantjes.


De kuststeden
zoals Piran, Portoroz, maar ook Koper en Izola kenden een glorieus verleden en
daar is gelukkig veel van bewaard. Een aantal architecturale pareltjes, maar ook
de vreemde zwarte vlaggen op de vissersboten stammen nog uit de Venetiaanse
tijd. Het stadje is voor een groot deel omringd door 15
de eeuwse
stadswallen, die aan de kust tot 50m hoog zijn. Als de mist in de verte
wegtrekt zou ik Venetië van hieruit kunnen zien. Ik heb er ook een perfect
zicht op het stadje dat als een schiereiland, volledig omringd door de zee, op
een onoverwinnelijk fort lijkt.


“Kuststeden zoals Piran, Portoroz, maar ook Koper en Izola kenden een glorieus verleden waarvan gelukkig veel is bewaard gebleven.”

Het oude haventje van Piran: een brok charme.


Een toeristisch trekpleister. Ik trek door een
labyrint van smalle straatjes en elegante pleinen. Witte rotsen bakenen de stad
af, langs de hele kustlijn krioelt het van de restaurantjes en bars die
broederlijk tegen mekaar aanleunen. Sommige van de huizen zijn tegen de
stadswal aangebouwd. De toren van de 17
de eeuwse St. Clement’s kerk doet
ook dienst als vuurtoren, maar hét oriëntatiepunt in Piran is de 16
de
eeuwse klokkentoren van de St. Joriskerk, een replica van de Campanila in
Venetië. Het stadje dat ooit een belangrijke haven was, is nu een toeristisch
trekpleister met heel veel charme en geschiedenis. Op slechts 2km ligt het veel
bekendere Portoro
ž, het Sloveense Nice. Maar de rust die je in Piran vindt is
daar ver te zoeken. Meer nog dan de rijke geschiedenis, het lekkere eten en de
heerlijke wijnen zijn het de mensen die me
 
geraakt hebben. De Slovenen zijn enorm gastvrij en uiterst charmant, een meerwaarde die kan tellen.

“Meer nog dan de rijke geschiedenis, het lekkere eten en de heerlijke wijnen zijn het de gastvrije Slovenen die me  geraakt hebben.”
© MYRIAM THYS – DICHTBIJ & VER WEG 2018


Info over Slovenië kan je vinden op www.slovenia.info/en


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *