ALENTEJO, EEN GOED BEWAARD GEHEIM

with Geen reacties
Alentejo, letterlijk het gebied over de Taag, doet wel ergens een
belletje rinkelen maar is minder bekend dan de Algarve. Nochtans neemt de
regio, die ook wel eens de broodmand van Portugal wordt genoemd, 1/3de
van het land in. Het graan is intussen grotendeels vervangen door wijn, kurk en
olijven. Maar wat mij vooral opvalt is dat het bijzonder ongerept is, een
groene oase waar massatoerisme voorlopig nog geen vat op heeft. Het levensritme
ligt er beduidend lager dan bij ons. Dus een perfecte bestemming voor iedereen,
die net als ik, nu en dan van rust en stilte houdt en graag op culinaire
verkenning gaat. 


Kurkplantages zover het oog reikt.

‘In deze regio’, zegt Ruben mijn
gids, ‘leven we op twee versnellingen: slow and still.’ Dat is meteen een raak
statement aan het begin van mijn reis. Het is even wennen, maar die kalmte is verdomd
besmettelijk. Ruben is een Bourgondiër in hart en nieren, dus mijn toer door het
groene binnenland van Alentejo belooft ook een culinaire ontdekkingstocht te
worden.


Açorda Alentejana, broodsoep met stokvis


Een introductie die kan tellen. ‘De liefde voor Alentejo gaat
door de maag,’ weet Ruben. Ik ben nog maar net geland en we gaan al eten. Ik
bestel een klassieker, een gerecht dat net zoals de bouillabaisse in Frankrijk
oorspronkelijk armenvoedsel was. Açorda Alentejana, is een broodsoep met
stokvis (gedroogde kabeljauw), look, uiteraard brood, veel
olijfolie, een gepocheerd ei en polei, een 
wat vergeten kruid dat heerlijk fris
smaakt. Maar meer nog dan deze oertraditionele plat, ben ik verbaasd over de
wijn die hij erbij besteld heeft. Vinha das Mouras Branco uit de Arraiolos
streek, een fruitige frisse witte wijn die erg goed in balans is en die perfect
matcht met de vis die ik eet. Het is een blend van plaatselijke druiven, zoals
de meeste Alentejaanse wijnen.


De wijnindustrie heeft een grote evolutie doorgemaakt.

Thuis drink ik bijna nooit
Portugese wijn, mijn kennis is gestopt bij Mateus, de roséwijn die ik tijdens
mijn studententijd vaak dronk, wegens niet te duur. ‘Het was ooit de meest
verkochte wijn ter wereld,’ zegt Ruben. Maar wat ik nu proef is van een heel
ander kaliber. Dat mijn kennis van de Portugese wijn eerder beperkt is is zeker
geen schande. Zo’n tien jaar geleden waren er slechts een tiental wijnboeren,
waar wij in België amper over gehoord hadden. Nu zijn het er bijna 300. De
wijnindustrie heeft hier een grote en vooral snelle evolutie doorgemaakt.
Vandaag worden ze overstelpt met medailles.



“Zo’n tien jaar geleden waren er slechts een tiental wijnboeren in Alentejo, nu zijn het er bijna 300.”



Koeien en schapen zie je overal. 


Ambachten zo oud als de streek. Golvende groene heuvels,
versterkte dorpjes en hier en daar kastelen, veel wijngaarden, kurk-en
olijfplantages zover het oog reikt en in de lente overal uitgestrekte
bloemenvelden: de natuur in Alentejo is erg mooi en doet soms denken aan
Toscane. Ik zie onderweg een herder zijn schapen bij mekaar drijven. Schapen,
koeien, zelfs geiten dragen hier bellen. Ik dacht dat  Zwitserse bellen de norm waren. Maar de
chocalhos, zoals ze hier heten, zijn de Ferrari’s onder de koeienbellen. Ze
bestaan al bijna 2000 jaar en worden voor elk dier apart getuned zodat de
boeren en herders hun dieren al van ver herkennen.


Chocalhos, de ferrari’s onder de koeienbellen.
In Sao Pedro de Corval kan je leren pottenbakken.

De chocalhos worden net als
een instrument geregeld gestemd. Enkel vrouwelijke dieren dragen ze. ‘Het is dus meteen
ook een soort GPS systeem voor de mannetjes,’ lacht Guilherme Maia, de
bellenmaker van dienst. In zijn atelier Chocalhos Pardalinho in Alcaçovas
kan ik met mijn eigen ogen zien hoe ze worden gemaakt. 
Pottenbakken is een
andere ambacht die hier veel succes heeft. De taferelen op de schalen en borden
zijn vaak landelijke scenes, maar ik zie ook moderne spullen. Makkelijk is dat
alle pottenbakkers zich in één dorp verenigen: Sao Pedro do Corval. Een
perfecte plek om souvenirs te kopen, want duur is het niet. En als je zelf aan
de slag wil, kan je het hier bovendien overal leren.



“Chocalhos, zoals ze hier heten, zijn de Ferrari’s onder de koeienbellen.”


Het prachtige dorp Monsaraz.

Charmante dorpjes. Monsaraz krijgt van mij een 10
als er er prijzen voor de grootste dosis charme worden uitgedeeld. Een schattig
witgepleisterd dorpje, met smalle straatjes, en een paar leuke boetieks. Het
ligt bovenop een heuvel met een indrukwekkende burcht en is nog volledig
ommuurd en dat had zijn reden. Ik kijk er uit op het enorme Alqueva stuwmeer.
Aan de overkant ligt Spanje. Goeie buren nu, maar ooit was het anders. Ik ben stomverbaasd dat ik er haast geen andere toeristen zie.


Waterwijn en onzichtbare wijn bij Ervideira


Ruben neemt me mee naar een wijndegustatie in het wijnhuis
Ervideira die wijngaarden vlakbij Monsaraz hebben. Ze maken er waterwijn, een
van de origineelste wijnen van het land. Aan de naam moeten ze nog wat schaven,
maar het is wat het is. Deze rode wijn rijpt na tien maanden op eiken vaten te
hebben gezeten, nog 8 maanden 30m onder water in het Alqueva meer. Een procedé
dat ook in de champagne wordt uitgetest. Ik vind het een hele frisse ronde
wijn. Hij
is niet goedkoop, 19,5 €, maar omdat velen iets origineels zoeken, vliegt hij over
de toonbank volgens Sandra, de oenologe van dienst.


Standbeeld van de a capella zangers van Monsaraz en de burcht.



Een andere rare kwiet in de
collectie is de invisible wine, het is witte wijn van blauwe druiven die eruit
ziet als wodka. Ik proef vooral tropisch fruit, heel verfrissend. Ze hebben uiteraard ook gewone goeie wijnen zoals hun witte wijn 100% Antao Vaz, de wijn werd
dit jaar verkozen tot beste witte wijn ter wereld en kost 10€ per fles. Ik neem
mijn glas mee naar het prachtige dakterras waar ik een schitterend uitzicht heb
op het meer en de stad en geniet. De zon schijnt, Monsaraz is bloedmooi en de wijn smaakt heerlijk. Meer moet dat niet zijn.



“Een rare kwiet in de collectie is de invisible wine, het is witte wijn van blauwe druiven die eruit ziet als wodka.”



Uitzicht van op het dakterras van Ervideira op het Alqueva meer en Monsaraz.



Tijd is een rekbaar begrip. De dorpjes in Alentejo zijn nog onbezoedeld
door massatoerisme. Vele zijn gebouwd op Romeinse vestingen, dus hier en daar zie
je daar nog prachtige overblijfselen van. Maar de Moorse invloed is veel prominenter
aanwezig, vooral in het zuiden. Bij de Spaanse grens wordt het landschap
robuuster en zie ik vooral vestingstadjes en kastelen. Aan de westkust zijn het dan weer charmante vissersdorpjes, waarvan sommige van op de  steile kliffen over de oceaan uitkijken. Het is ontzettend aangenaam om in de smalle witte straatjes te verdwalen en te genieten van de rust. De meeste dorpen zijn nog erg authentiek, je zet er werkelijk een stap terug in de tijd. Tijd is bovendien een bijzonder rekbaar begrip in Alentejo.


Arroiolos, een oergezellige stad.

Nog een mooie stad is Arroiolos.
Het is gekend om zijn traditionele geborduurde tapijten, niet helemaal mijn ding.
Maar elke rechtgeaarde Portugees heeft er een thuis hangen. Het is een oergezellige stad met prachtige pleintjes, leuke bars en restaurants en bijzonder hartelijke mensen. Ik maak kennis met een bende sympathieke hangouderen, bejaarde mannen die het monopolie hebben op de enige bank aan de kerk. Op het plein voor hen speelt zich hun hele wereld af. Stress? Nooit van gehoord!



“Ik maak kennis met sympathieke hangouderen, bejaarde mannen die het monopolie hebben op de enige bank aan de kerk.”



Sympathieke hangouderen in Arroiolos.


De liefde voor Alentejo gaat door de maag. ‘Zeg nooit dat de Alentejaanse
keuken je niet bevalt, want dan word je aan de grens afgezet,’ lacht Ruben. ‘Ze
zijn hier ontzettend fier op hun kookkunsten.’ Het is een erg proteïnerijke
keuken, maar de Portugezen zelf vinden het de smaakvolste van het land en komen
vaak van kilometers ver om hier te eten. Omdat Alentejo de armste streek van
Portugal was, hebben ze een landelijke keuken ontwikkeld die simpel is maar
bijzonder lekker. ‘Ze bereiden het met ‘mao’, zegt Ruben, ‘een soort magische
touch.’ Doordat ze met natuurlijke, maar vooral goedkope producten werkten, moesten ze extra creatief zijn, waardoor de Alentejaanse keuken bijzonder
smaakvol is.


Simpele maar lekkere keuken.


Stokvis een van de hoofdingrediënten van hun gastronomie, er
bestaan zoveel recepten van als er dagen in het jaar zijn. En vermits er hier
overal varkens loslopen staat ook varkensvlees op zowat elk menu, de kaakjes
zijn in deze regio een delicatesse. De desserts worden bijna allemaal met
eieren gemaakt. Eigeel met suiker was vroeger hét signature dessert van de
streek. Typisch zijn ook de petiscos, hartige hapjes vergelijkbaar met tapas
die je in de dorps’ tasca vindt.


“Omdat Alentejo de armste streek van Portugal was, hebben ze een landelijke keuken ontwikkeld die simpel is maar bijzonder lekker.”



Het prachtige wijndomein Herdade do Sobroso.


Wijn met de paplepel ingegeven. Vroeger kregen kinderen ‘soup of
tired horse’ te eten, een mengeling van warme wijn, brood en suiker. Het houden
van wijn werd hen dus werkelijk met de paplepel ingegeven. Dat de Alentejanen goeie
wijnmakers zijn is meteen duidelijk. 
Ik proef heerlijke wijnen voor
een redelijke prijs. Naast de eigenaardigheden die ik in Monsaraz proefde, zijn
er ook ‘gewone’ wijnen die door hun kwaliteit dat ‘gewone’ overstijgen. Een
wijndegustatie in Herdade do Sobroso is niet alleen een feest voor mijn
smaakpalet, maar ook voor het oog. Ze begonnen in 2008 met een kleinschalig
hotel dat grote klasse uitstraalt. Ook de wijndegustatie is fantastisch. Om nog
maar te zwijgen over de gastronomische lunch. Niet alleen de wijnen ook hun chef,
Donna Josefa, sleepte al ettelijke prijzen in de wacht.


Zoals overal, ook op Herdade do Sobroso ooievaars.


Ik krijg meteen een van
hun prijsbeesten te proeven gemaakt van de plaatselijke, eerder complexe Antao
Vaz druif. Het is een heerlijke witte wijn op eik gerijpt,floraal en heel fris,
ik proef ook citrusvruchten. Deze Barrique Select Branco 2015 kreeg in 2016 de
gouden medaille in Brussel. Net zoals het rode broertje, een blend van vier
plaatselijke druivensoorten, die op een blinde tasting ook goud haalde. Als ik
hun rosé proef houdt Ruben, zich afzijdig. Rosé is voor poussies en spuwen doet
hij niet want dat is een ‘crime against humanity.’ Ik lach en laat me de
heerlijke rosé Sobro 2015 smaken. Omdat er een hele nieuwe generatie aan de
slag is, wordt er veel geëxperimenteerd, met uitstekende resultaten. Ook in
Sobroso houden ze 10 hectaren vrij, puur om dingen uit te proberen.


Wijndomein Monte da Ravasqueira.

Bij een
volgende degustatie in Monte Da Ravasqueira zegt de oenoloog dat zij vooral experimenteren
om wijn terug in amphoren te bewaren, zoals de Romeinen die hier de wijn
introduceerden. Hun Reserva red 2014 wint zowat alle prijzen. En voor hun
Premium rosé maakt zelfs Ruben een uitzondering. De reden is meteen duidelijk,
want als je hem blind proeft zou je zeggen dat het om een rode wijn gaat. De
eigenaar van Monte da Ravasqueira is een miljonair die vroeger ettelijke paardenkoetskoersen
won. Hij heeft een museum op zijn wijndomein met een aantal prachtige antieke koetsen,
die echt de moeite waard zijn.


“Rosé is voor poussies en wijn spuwen een crime against humanity.”



Prachtige landschappen die soms aan Toscane doen denken.


Kurkbomen en megalieten bepalen het landschap. Er is natuurlijk veel meer dan enkel
wijn en eten. Alentejo is de grootste kurkleverancier ter wereld. En dat zal je
geweten hebben, de kurkboomgaarden bepalen voor een groot deel het landschap,
dat uitzonderlijk mooi is. Het duurt 25 jaar voor deze bomen kurk
voortbrengen, maar ze leven wel minstens 150 jaar, de oudste dateert zelfs uit
het begin van de 18de eeuw. Als je van kurk houdt kan je in Alentejo
je hartje ophalen, want ze maken werkelijk alles van kurk, van klassieke
objecten tot zelfs handtassen en laarzen. Ik ben niet zo’n kurkfan, vind het
allemaal wat ouderwets, maar ik moet mijn woorden terugnemen wanneer ik incheck
in het Ecork hotel. 
Want dat is in tegenstelling tot wat ik verwachtte een super hippe plek.

Het Stonehenge van Alentejo.


Wat ik ook hier en daar in het landschap zie zijn megalieten. Je vindt hier de Portugese versie van Stonehenge. Cromeleque dos Almendres is een van de grootste en oudste steencirkels van Europa. Een mystieke plek die stamt uit de nieuwe steentijd en bestaat uit 95 eivormige megalieten, die prachtig aftekenen tegen een golvend landschap vol kurkbomen. Zelfs als je niets hebt met de ceremoniële of spirituele functie van zo’n site, want hier werd de zonnewende gevierd, is het gewoon ook een mooie plek, waar ik in elk geval helemaal tot rust kom.


“Cromeleque dos Almendres is een van de grootste en oudste steencirkels van Europa.” 



De dorpjes rond de Black Sky Reserve zorgen voor weinig lichtvervuiling.

Sterretjes zien. Als ik ergens gek op ben is het op sterren kijken en laat dat nu iets zijn dat je hier perfect kan doen. Dus ik kies een heldere nacht uit en rijd naar Alqueva, naar het eerste Black Sky Reserve in Europa. Nooit kreeg ik de sterrenhemel in zo’n begrijpelijke taal uitgelegd. Doordat de dorpjes in de omgeving haast geen strooilicht verspreiden zie ik de sterren even helder als in een planetarium, met dat verschil dat ik naar de echte hemel kijk. Ik zie zelfs de melkweg. Nergens anders in Europa is de sterrenhemel zo indrukwekkend als hier. Er is zelfs sterrentoerisme ontstaan, zoals wandelen, kanovaren of paardrijden onder de melkweg.


“Nergens anders in Europa is de sterrenhemel zo indrukwekkend als hier.”



Romeinse tempel in Evora.


Evora, een stad uit duizend. Evora is een van de mooiste
steden van Portugal en wordt bovendien de hoofdstad van de Portugese gastronomie
genoemd. Je vindt hier namelijk de meeste restaurants per km2 van het hele
land. Een Mc Donalds zie ik er niet. De ommuurde stadskern is Unesco Werelderfgoed.
Ik slenter er door smalle straatjes met witgepleisterde huizen en betegelde
patio’s. Typisch in Evora zijn de geel omrande deuren en ramen. De Romeinen lieten er
een 18km lange aquaduct achter en een tempel uit de 2
de eeuw met 14
nog intacte Korinthische zuilen. Het is een van de highlights van Evora.


De privékerk van Palacio Cadaval.


De hertogin Cadaval, een uiterst
charmante dame in een laid back outfit met gympies ontvangt me in haar Palacio
Cadaval. Ze is gehuwd met de Franse prins van Orleans, maar is erg down to
earth. Ze leidt me rond in wat ik de mooiste kerk van Evora vind, de privé kerk
van het paleis, het interieur is volledig bekleed met azulejos, wit/blauwe porseleinen
tegels die religieuze taferelen voorstellen. Vlakbij zie ik het 14
de
eeuwse klooster van Loios dat een hotel geworden is, een typisch voorbeeld van
een pousada.


De Bottenkapel in de San Francisco kerk.



Ook de vroeg Gotische 12de eeuwse Sé kathedraal is een must. Voor
de macabere geesten is er de bottenkapel, die deel uitmaakt van de mooie San
Francisco kerk. Het interieur is bekleed met ruim 8000 beenderen afkomstig van
5000 menselijke skeletten, opgegraven in de 16
de eeuw. Aan de ingang
staat: ‘wij beenderen wachten hier op de uwe.’ Om die macabere gedachte door te
spoelen plof ik neer op een terrasje op het Praça do Giraldo, dat omringd is
door Moorse arcades met gezellige cafeetjes. Ruben vertelt me dat vroeger
iedereen de draak stak met de Alentejanen, ze zouden lui zijn en niet mee met
hun tijd. Nu wil iedereen minder werkdruk, minder stress en het buitenleven,
waarop neergekeken werd. Hij kan een lichtjes triomfantelijke glimlach niet
onderdrukken wanneer hij zegt: ‘zij die vroeger lachten, komen hier nu massaal wonen.’


“Het interieur van de San-Fransisco kerk is bekleed met 8000 beenderen van 5000 menselijke skeletten, opgegraven in de 16de eeuw.”

© MYRIAM THYS – DICHTBIJ & VER WEG 2017



PRAKTISCH:
HOE?

EXPAIR TOURS

Met Expair Tours, een niche TO gespecialiseerd in o.a. het Middellandse Zeegebied, zit je goed als je naar Portugal wil vertrekken. Ze zoeken aantrekkelijke kleinschalige logies voor je uit en specialiseren zich vooral in selfdrives, ook naar Kroatië en Griekenland. Naar Portugal organiseren ze niet alleen rondreizen in groep, ze zijn ook gespecialiseerd in unieke selfdrives zoals de ‘Solares de Portugal‘, een tour waarbij je in authentieke landgoederen en prachtige herenhuizen verblijft. Maar ook voor volkomen op maat gemaakte reizen of thematische selfdrives, zoals een gastronomische tour in de stijl van onze reis door Alentejo, zijn bij hen te boeken. De prijzen zijn meer dan redelijk en de service is top. Je kan hun brochure raadplegen op: www.expairtours.be, tel 02/777 01 01. En je  kan uiteraard ook hun hele Portugalaanbod vinden bij je vertrouwde reisagent.

Voor algemene info over de
streek: Alentejo Tourism Board: www.visitalentejo.com
HOTELS:
Horta da Moura: hotel net buiten Monsaraz in een mooie tuin,
omringd door een oude olijfboomgaard, de oudste olijfboom hier is 2500 jaar
oud. hortadamoura.pt
Ecork hotel: een kurkhotel vlakbij Evora. Het is een enorm modern,
hip en minimalistisch hotel waar hier en daar kurk in het decor voorkomt.  Ook de keuken is modern en bijzonder lekker. www.ecorkhotel.com
WIJNHUIZEN MET OF ZONDER HOTEL:
Herdade do Sobroso: Erg mooi Wine & Country house tussen de
wijngaarden in Vidigueira. Je kan er slapen in antieke Alentejaanse huizen en
ook hier is de keuken uitstekend, de vrouwelijke chef won vele prijzen, net als
hun wijnen. herdadedosobroso.pt
Herdade Amendoeira: een oude boerderij met een kaasmakerij en een
likeurstokerij net buiten Arraiolos. Je kan er ook slapen, ecotoerisme: www.herdadeamendoeira.com
Monte da Ravasqueira: Een groot wijnhuis in Arraiolos  waar je naast wijn degusteren ook heerlijk
kan eten en een bezoekje kan brengen aan het privé koetsenmuseum.  www.ravasqueira.com

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *