14e eeuwse pelgrim fresco’s in Saint-Sépulcre.
|
Aan de Saint-Sépulcrekerk werd in de loop der eeuwen vlijtig gesleuteld. De achthoekige toren van deze origineel Romaanse kerk werd in de 15e eeuw gebouwd, het schip is Gotisch en de spits werd er pas in de 19e eeuw opgezet. Binnen valt in de mix van stijlen meteen op dat de kerk in meer turbulente tijden een toevluchtsoord was voor pelgrims. In de Romaanse kapel zie ik prachtige 14e eeuwse fresco’s van bedevaarders met typische attributen zoals de pelgrimsstaf en reistas. Rond de kerk dijt het stadje uit in het voor bastides gebruikelijke dambordpatroon van smalle straatjes. Los van zijn geschiedenis is Villeneuve vandaag een cosy plek waar je automatisch een versnelling lager zet, onthaast en geniet van een stevige dosis charme en tijdloosheid.
Maison de la Photo, pure nostalgie.
|
Behalve pelgrims werden ook een leger rock’n’rollhelden vereeuwigd op de muren van Villeneuve. Op Place des Conques bezoek ik Maison de la Photo Jean-Marie Périer in een voormalige middeleeuwse slagerij. Ik wandel er door de permanente tentoonstelling van de legendarische huisfotograaf van het populaire Franse magazine Salut les Copains. Périer kreeg in de jaren ’60 en ’70 zowat alle beroemde rocksterren voor de lens: de Beatles, de Rolling Stones, Chuck Berry en Bob Dylan om er een paar te noemen. Maar ook Franse iconen als Hardy, Bardot en Dutronc passeren de revue. De meer dan 180 originele afdrukken uit de tijd dat fotoshoppen nog sciencefiction was, dompelen mij onder in een bad van pure nostalgie. Net buiten de bastide, op avenue du Rouergue, kan je in Galerie du Causse nog een tentoonstelling bezoeken van foto’s die hij in de jaren ’90 van mannequins en beroemde couturiers maakte.
Najac, een filmdecor. Met Villeneuve is Najac een van de zes bastides van de oude Franse provincie Rouergue in Aveyron. Voor bastide bestaat geen echt Nederlandse woord, het zijn ‘nieuwe’ vestigingsstadjes, typisch voor het zuidwesten van Frankrijk. Allemaal ontstonden ze in de 13e eeuw, ergens tussen de Albigenzische kruistochten en de Honderdjarige Oorlog. De bewoners hadden privileges en genoten bescherming van de stadsmuren. Bastides werden gebouwd volgens hetzelfde stramien: een centrale marktplaats in een raster van kleine straatjes. Behalve Najac dat zich als een lang lint uitstrekt op een groene heuvelrug in een meander van de Aveyron. Ik begin er mijn wandeling op het immense Place du Faubourg met 14e eeuwse huizen, waar de enige straat van het stadje onmiddellijk de diepte induikt om een heel eind verder weer op te doemen bij het kasteel. Klimwerk dus, onder een stralende, maar bloedhete zon.
Maison du Sénéchal Najac.
|
Ook in de lange rue du Bourget die recht naar het kasteel loopt, zie ik eeuwenoude huizen die goed bewaard zijn gebleven en de Fontaine des Consuls die nog steeds op dezelfde plek staat waar hij 700 jaar geleden werd neergezet. Hoe dichter ik het kasteel nader, hoe meer de stad op een filmdecor begint te lijken. Heel indrukwekkend zijn het Maison du Gouverneur waarin ik bouwstijlen uit drie eeuwen ontdek en het robuuste Maison du Sénéchal, de residentie van de baljuw toen Najac nog de hoofdstad van Rouergue was. Net als in Villeneuve maak ik ook hier een spectaculaire wandeling door de tijd. Het verbaast me dan ook niks dat Najac op de lijst ‘Plus Beaux Villages de France’ en ‘Grands Sites du Midi-Pyrénées’ staat.
Château de Najac.
|
Het kasteel van Najac is al helemaal een filmdecor, iets wat ik volgens mijn gids terplekke zelfs letterlijk mag nemen. ‘Fanfan la Tulipe’, de historische prent met Pénélope Cruze en Vincent Pérez werd er in 2003 gedraaid. Dat Cruz zich als een overspannen diva gedroeg is maar een klein detail in de lange geschiedenis van het kasteel dat sinds 1906 in privéhanden is. ‘In de 7e eeuw al stond op er dezelfde plek een simpele burcht,’ zegt mijn gids. ‘Het is in 1253 dat met de bouw van het huidige kasteel wordt begonnen. 2000 Arbeiders werkten er meer dan tien jaar aan.’ Het uitzicht is er adembenemend, maar wordt pas echt spectaculair vanaf de hoge donjon. Ik kijk er uit over het langgerekte Najac en een oneindig groen heuvellandschap waar de Aveyron zich als een slang doorslingert. Aan de zuidelijke horizon zie ik de vage contouren van de Pyreneeën.
Sauveterre de Rouergue, een van Frankrijks mooiste dorpen.
|
Ambacht & kunsten. ‘Vous pansez que j’ai ‘n accant?’ vraagt Max verbaasd als ik mij vrolijk maak om z’n zuiderse tongval. Max runt maroquinerie Max Capdebarthes in Sauveterre de Rouergue, de derde bastide die ik afvink op m’n trip. Sinds 1987 maakt zijn atelier exclusieve lederwaren in alle kleuren en maten, handgemaakt en 100% made in France. En hij is niet de enige, want Sauveterre heeft een eeuwenlange traditie van ambachten. Vioolbouwers, ceramisten, juweelsmeden, coutelliers, etsers en kunstgalerijen vind je er ook vandaag nog volop. Indrukwekkend zijn de middeleeuwse patriciërshuizen met booggewelven op Place des Arcades. Ieder jaar in oktober wordt op dit immense plein een kastanjefeest gehouden dat voor een ware stormloop naar het kleine stadje zorgt. Meer middeleeuwse huizen zie ik in de smalle straatjes rondom, waarvan enkele authentieke vakwerkhuizen. Ik rond mijn bezoek aan Sauveterre af in de 14e eeuwse Saint-Christophe, een kerk in ‘gothique méridional’, een typische bouwstijl uit de Languedoc. Sauveterre staat net als Najac op de lijst van Frankrijks mooiste dorpen.
Villefranche de Rouergue.
|
Villefranche de Rouergue. Het uitzicht vanaf de toren van Collégiale Notre-Dame maakt de 163 treden naar boven meer dan goed. Ik geniet er van een prachtig 360° panorama over de grootste bastide van Rouerge: Villefranche. Met de bouw van de Notre Dame in gothique méridional-stijl werd begonnen in 1260, kort na de stichting van de bastide. Pas op het einde van de 15e eeuw werd de monumentale klokkentoren afgewerkt. Beneden zie ik de kleurrijke kraampjes van de markt waar enkel kwaliteitsproducten uit eigen streek verkocht worden. Niet alleen Jan Modaal vind er zijn gading, maar ook de beste chefs van de stad. En die zijn er in Villefranche volop. ‘s Middags lunch ik in restaurant ‘L’Univers’ van Quentin Bourdy, bekend van het in Frankrijk razend populaire reality kookprogramma Top Chef. Ik proef er een zoet-zoute Fleur de Courgette en traag gegaarde Joue de Boeuf met een smeuïge truffade, een lokaal aardappelgerecht gemaakt met verse streekkaas. Ook de wijn mag er best wezen: een pittige Rougiers uit Marcillac die smaakt als een goede Bordeaux.
Chartreuse Saint-Sauveur: het claustrum van het Grote Klooster.
|
Brandstof genoeg dus voor een stevige architectuurwandeling die ik begin op het Place du Marché. Blikvangers zijn er statige Renaissancehuizen met booggewelven zoals Maison Dardenne dat werd opgetrokken door een rijke 15e eeuwse handelaar. In het noorden van de stad schuilt achter de klassieke Barokfaçade van de 17e eeuwse Chapelle des Pénitents Noir een spetterend interieur van kleurrijk houtsnijwerk waarvan de visuele sensatie nog wordt versterkt door de klassieke muziek die er speelt. Het polychrome plafond is zelfs uniek in z’n soort. Sereniteit is dan weer troef in het imposante Chartreuse Saint-Sauveur, net buiten de bastide. Het 15e eeuwse kartuizerklooster waaraan 9 jaar werd gewerkt is een meesterwerk uit het flamboyant-gotisch repertoire. De kapellen, het Kleine Klooster en het refectorium zijn ingetogen plekken waar de stilte van weleer nog voelbaar is. Ik word zelfs sprakeloos als een kartuizer bij het imposante claustrum van het Grote Klooster, zonder meer de mooiste plek van de hele site.
La Collégiale Notre Dame by night.
|
Vogelperspectief. Op de aerodroom van Villefranche word ik opgewacht door Gérard, een piloot die me de bastides vanuit de lucht wil laten zien met z’n zelfgemaakt vliegtuigje. ‘Geen paniek,’ lacht hij ‘De meest betrouwbare ulm’s zijn die, die de piloot zelf heeft gebouwd.’ Ik neem hem op z’n woord. Na het opstijgen vliegen we meteen naar Najac. Vanop 800 m. hoogte wordt pas echt duidelijk hoe ongerept groen Aveyron is. Aan de ene kant doemen in de verte de Pyreneeën op, aan de andere kant de bergen van de Cantal. Ik zie de bastides vanuit een adembenemend vogelperspectief. Net voor we landen vliegen we boven Villefranche waar de Collégiale hoog uittorent boven een raster van smalle straatjes. Af
en toe lijkt het vliegtuigje een pluim waar de wind gretig mee speelt.
Vooral boven de valleien is de turbulentie erg voelbaar. Het wordt pas
echt spannend als ik even het stuur mag overnemen. Een ongelofelijk leuke ervaring die voor de nodige adrenaline zorgt.
Landschap in de wijnregio van Massiac.
|
La ballade des gens heureux. Op weg naar Bournazel schijnt de zon volop. Uit de autoradio klinkt ‘La balade des gens heureux’, de perfecte soundtrack bij de ongerepte landschappen die aan me voorbijschuiven. Rond de wijnregio Massiac zijn ze op z’n mooist. Hier heerst groen, zover het oog reikt. Vandaag kunnen we het ons nog amper voorstellen, maar deze vredige landschappen lagen eeuwenlang op een breuklijn van conflicten. Kastelen en burchten rezen in Aveyron dan ook als paddenstoelen uit de grond. De mooiste 19 kan je bewonderen langs ‘La Route des Seigneurs de Rouerge’ met als obligate stop Château de Bournazel dat werd gebouwd in 1545. Een stijlbreuk dus van 200 jaar met de middeleeuwse kastelen van Aveyron die niet onopgemerkt blijft.
Château de Bournazel, een stijlvoorbeeld van Renaissance kunst.
|
Ik zie er geen stoere burcht met kantelen, maar een elegant Renaissancepaleis met geraffineerde bas-reliëfs en beelden uit de antieke mythologie. Ook de sierlijke kapitelen binnenin zijn stijlvoorbeelden van Renaissancekunst. De inboedel is niet meer de originele, maar liefhebbers van eeuwenoud antiek zullen er zich gegarandeerd aan vergapen. Vier jaar geleden was de ommuurde tuin nog een schamel braakland dat, dankzij intensief speurwerk waarbij zelfs archeologen werden ingezet, intussen smaakvol is gerestaureerd. Het uitzicht is het mooist vanaf het belvedère. Ik kijk er uit over een doolhof en de 9 enigmatische perken die refereren naar de mythologische figuren op het kasteelmuren. Net als de bastides is Château de Bournazel een plek waar charme en tijdloosheid het laatste woord hebben.
Château de Bournazel: tuin met belvedère.
|
AVEYRON PRAKTISCH:
www.tourisme-aveyron.com
SLAPEN
Geef een reactie