Glamis Castle, een van de mooiste kastelen van Schotland.
|
Lady Janet Douglas’ schim dwaalt al eeuwen in de kapel van Glams.
|
In de 15e eeuwse toren is ‘s nachts een angstaanjagend geklop te horen.
|
De corridor van de 15e eeuwse toren naar de nieuwe vleugel is volgestouwd met harnassen en antieke meubels. Aan de muren hangen opgezette dierenkoppen en wapentuig uit de tijd dat oorlogvoeren nog mannenwerk was. Door het venster kijken we uit op het raam van een mysterieuze kamer waarvan niemand de deur kan vinden. Volgens Ann komt er ‘s nachts uit de verborgen kamer een angstaanjagend geklop. ‘Eeuwen geleden werd daar veel gegokt,’ zegt ze. ‘Op een avond bleef de graaf maar pokeren met een geheimzinnige man in ‘t zwart’. Toen een bediende kort voor middernacht de graaf kwam waarschuwen dat het al laat was snauwde hij luid: ik speel tot de duivel mij komt halen! Een uitspraak die hem duur te staan kwam, want de man in ‘t zwart was niemand minder dan Satan zelf. De arme graaf is nu gedoemd om tot de dag des oordeels te pokeren met de duivel.
Schotse kirkyards zijn echte filmdecors.
|
Zelfs zonder blasfemie was het lot van een jonge page minstens zo tragisch. Het knaapje stond bij de kasteelbewoners bekend om z’n weerspannigheid, maar net wanneer hij wél eens gehoorzaamde liep het fout. ‘Het moet op een koude winteravond in 1606 geweest zijn,’ zegt onze gids. ‘De knaap mocht buiten spelen tot ze hem weer naar binnen zouden roepen. Maar hij werd vergeten. De dag erna vond men de jongen doodgevroren terug voor een van de kasteeldeuren’. Sindsdien dwaalt zijn geest rond in het royal appartment en de upper hall waar hij af en toe wordt gezien. Hoewel er in het deurgat tussen de twee kamers geen drempel is, struikelen er heel wat bezoekers. Een medium ontdekte ooit dat de geest van de page nietsvermoedende bezoekers pootje lapt, want hij duldt geen indringers. Zelfs sceptici als wij voelen ons toch even ongemakkelijk als we alleen achterblijven in de kamer, alsof een vreemde aanwezigheid ons bespiedt.
Hellish Nell, Schotlands laatste heks. Op weg naar Fort William maken we een tussenstop in Callander, een toeristisch, maar relatief rustig stadje dat leeft op het ritme van de Teith. Nadat we ons hebben geïnstalleerd in onze hotelkamer, trekken we naar Doune Castle, een van de best bewaarde middeleeuwse kastelen van Schotland. Tot onze verbazing horen we geen spookverhalen, wel de vrolijke stem van Terry Jones die ons door de 14e eeuwse burcht gidst. Niet toevallig Terry Jones, want verschillende scenes uit Monty Python’s Holy Grail – waaronder The French Guard – werden in Doune gedraaid. Alles dus peis en vree in Callander denken we, maar dat is buiten de waard gerekend. Letterlijk, want ‘s avonds komt Mr. Martin, de hoteleigenaar, aanzetten met het bizarre verhaal van Helen Duncan, alias Hellish Nell.
Cornelius Kentmore Antiques in Callander.
|
‘Hellish Nell, een inwoonster van Callander, werkte zich op van helderziende naar zelfverklaard medium’ zegt Martin. ‘Ze was een corpulente verschijning, bekend om de ectoplasma’s die ze aan de lopende band produceerde’. In 1941 trok ze de aandacht van de militaire top toen ze na een seance beweerde dat de geest van een matroos haar had verteld dat het oorlogsschip HMS Barham was gezonken. ‘Dat was effectief een feit, maar ook een militair geheim’ zegt Martin. De autoriteiten vroegen zich af hoe zij aan die vertrouwelijke informatie kwam. In 1944 kwam het tot een proces. De zaak deed heel wat stof opwaaien, zelfs Churchill bemoeide er zich mee. Haar helderziendheid ten spijt had Nell niet zien aankomen dat ze door de Witchcraft Act uit 1735 negen maanden mocht brommen. Ze was de laatste vrouw die in Groot-Brittannië voor hekserij werd veroordeeld. In 1956 ging Nell de pijp uit, kort nadat ze tijdens een seance opnieuw werd gearresteerd. Haar aanhangers beweerden dat ze stierf door toedoen van de politie die haar bruut uit een trance haalde. Voor we gaan slapen geeft Martin ons nog een tip mee: the Cornelius Kentmore Collection, een piepklein museum in Callander dat we absoluut moeten zien.
Saint-Andrews Cathedral.
|
The Auld Grey Toon. Het minste wat je van Saint-Andrews kan zeggen, is dat er een aparte, mysterieuze sfeer hangt. De oude universiteitsstad aan de Schotse Noordzeekust staat vooral bekend als ‘the home of golf’ en heeft zelfs een eigen golfmuseum. Toch zijn de imposante ruïnes van de Saint-Andrews Cathedral en Saint-Andrews Castle dé bezienswaardigheden van de stad. Bij de Saint-Rule Tower (Auld Grey Toon voor de vrienden) midden tussen de ruïnes van de kathedraal, ontmoeten we Richard, een specialist op het gebied van geesten en spoken. Hij schreef er al twee boeken over: A Saint-Andrews Mysterie en The Ghosts of Saint-Andrews. Daarmee treedt hij in de voetsporen van William Linskill, een beroemde ghost-hunter en auteur van Saint-Andrews Ghost Stories, een klassieker uit 1911. Terzijde: Linskill werd in 1929 in Saint-Andrews Cathedral begraven en is zelf ook niet vies van een nachtelijk rondje spoken. Als we de Saint-Rule Tower beklimmen, worden we eerder duizelig van de rondjes naar boven dan van de hoogte zelf. Vanaf de toren hebben we een subliem zicht op de immense ruïne.
Saint-Rules Tower.
|
‘Saint-Andrews Cathedral was lang het grootste gebouw van Schotland’ vertelt Richard. ‘In 1559 werd ze vernield door beeldenstormers en verviel stilaan tot een ruïne. In de 18e eeuw werd er tussen het puin een kerkhof aangelegd.’ De ruïne, de verweerde grafzerken, de ligging bij de zee met zicht op de mysterieuze oneindigheid: als het ergens spookt dan is het wel hier. ‘De toren is wat rest van het 10e eeuwse klooster achter de kathedraal.’ zegt Richard. ‘Robert de Montrose, een goedhartige prior die graag in de toren rondhing, werd op een nacht vermoord door een afgunstige monnik. Sindsdien dwaalt zijn geest door de toren.’ Legendarisch is het verhaal van een oudere man die begin jaren ’40 de toren beklom toen er plots een vriendelijk gedaante in een pij enkele treden boven hem stond.’ zegt Richard. ‘De gedaante bood zijn arm aan en hielp de man naar boven’. Nadien bleek dat er niemand anders in de toren was dan de bezoeker en dat het om de geest van de prior ging. Omwonenden zien hem vaak uit het bovenste raam van de toren leunen.
The White Lady. De prior is lang niet de enige geest die ronddoolt op Saint-Andrews Cathedral. ‘Al meer dan 200 jaar zijn er meldingen van een elegante in wit geklede, gesluierde dame met lang zwart haar, die rond de rechthoekige uitkijktoren van de omwalling van de kathedraal doolt,’ zegt Richard. ‘Hoewel the white lady tijdens haar uitstapjes rustig in een boek leest, heeft haar verschijning al meer dan eens de lokale vissers de stuipen op het lijf gejaagd.’ Inwoners van Saint-Andrews mijden vooral op mistige herfstdagen de buurt rond de kathedraal, want dan spookt ze het liefst. ‘Niemand weet wie deze mysterieuze dame is’, zegt Richard ‘maar nog niet zo lang geleden werden er stenen sarcofagen in de uitkijktoren ontdekt. Toeval of niet, maar toen men ze opende vond men in een ervan het perfect geconserveerde lichaam van een in wit geklede gesluierde dame met lang zwart haar en een boek in haar handen.’ We voelen even een koude rilling over onze rug lopen: dit lijkt wel héél sterk.
Ghost Riders in the Street. Op het eerste zicht lijkt de ruïne van het nabijgelegen Saint-Andrews Castle dat vanop een rots over de zee uitkijkt, een serene romantische plek. Maar schijn bedriegt. ‘Tijdens de Killing Time joeg een gezant van de paus, kardinaal Beaton, als bezetene op reformisten. Ze werden in het kasteel gevangen gezet en gruwelijk vermoord’ zegt Richard. Maar de kardinaal wachtte hetzelfde lot: op een dag werd hij door een menigte reformisten gelyncht. ‘Beaton’s rusteloze geest dwaalt al eeuwen rond in het kasteel,’ zegt Richard. ‘Vaak wordt een ijsberende schim in kardinaalsornaat voor de vensters van de eerste etage van de wachttoren gezien, terwijl de vloer al lang verdwenen is.’ Een andere notoire reformistenjager was aartsbisschop Sharp, een kil en slecht man. ‘Sharp werd in 1679 toen hij met zijn koets op weg was naar Saint-Andrews in een hinderlaag gelokt en vermoord,’ zegt Richard. ‘Tot op de dag van vandaag zijn er meldingen van een spookkoets, getrokken door vier zwarte paarden die geruisloos door South Street en the Pend scheert. Het gebeurt vooral op maanloze nachten, voorafgegaan door een sterke, koude wind. Gelukkig is de koude wind die wij plots voelen opsteken een ordinair zeebriesje. Nadat we afscheid hebben genomen van Richard maken we nog een wandeling door de ruïnes. Wij laten de spoken niet aan ons hart komen, voor ons is Saint-Andrews gewoon een prachtige plek die haar bewogen geschiedenis uit elke porie uitademt.
Lees ook: Always look at the bright side of death (1): Griezelen in Edinburgh.
Geef een reactie