The Glasgow Smile. Bij Mercat Cross in High Street worden we opgewacht door Erin, een gids die ons meeneemt naar de donkerste uithoeken van de stad. ‘Mercat Cross was een social hub,’ lacht ze, ‘een plein waar in de middeleeuwen markten, openbare folteringen en ander volksvermaak werd georganiseerd.’ ‘Ken je de Glasgow Smile?’ vraagt ze. ‘Loslippigen werden aan Mercat Cross vastgeketend waarna hun wangen van de mondhoeken tot aan hun oren werden opengesneden. Door de littekens in hun wangen leek het of ze altijd glimlachten.’ Op Hunter Square zien we in de muren van de Tron Kirk nog verroeste spijkers steken. ‘Handelaars, die hun klanten bedrogen, werden hier met één oor tegen de muur genageld,’ zegt Erin. ‘De enige manier om van de muur af te komen was je oor letterlijk los te rukken. Het oor bleef vaak achter.’ Dé favoriete plek voor executies was Grassmarket. We staan er bij het Convenanters Memorial, een gedenkteken voor de vele Schotse gereformeerden die hier tijdens de Killing Time (1680-88) werden terechtgesteld. Maar ook criminelen vonden vlot hun weg naar de galgen op Grassmarket die door Walter Scott zo treffend werden beschreven in ‘The Heart of Midlothian’.
Convenanters Memorial op Grassmarket |
Wat opknopen betreft, waren de Edinburgers best wel inventief. ‘Wie pech had werd opgehangen aan een kort touw en kon met z’n tenen net wel/net niet de grond raken,’ zegt Erin. Wat volgde was een urenlange tapdance tot hij uitgeput en dood bleef hangen.’ Legendarisch is het verhaal van Margaret Dickson die in 1724 wanhopig haar doodgeboren baby de rivier inkieperde. Toen het lijkje werd gevonden werd ze beschuldigd van moord op haar eigen baby. Margaret werd opgehangen, maar later in het dodenhuis bleek ze nog te leven. Omdat haar straf was voltrokken kreeg ze haar vrijheid terug en ging verder door het leven als Half Hangit Maggie. Ze trouwde en kreeg kinderen. Op Grassmarket werd er een café naar haar genoemd. Na haar miraculeuze ‘verrijzenis’ werd de wet aangepast. Voortaan heette het ‘ophanging tot de dood er op volgt’, iets wat Robert Johnston aan de lijve mocht ondervinden. Hij werd in 1818 tot de strop veroordeeld voor een roofoverval. Er waren twee pogingen en maar liefst acht uur nodig voor hij finaal de pijp uitging.
Edinburgh by night |
Maar het kon erger. ‘Wie verdacht werd van hekserij werd op een witch dunking getrakteerd. Je kon zelfs lukraak iemand beschuldigen: teveel katten of rood haar, alleen wonen of linkshandig zijn was al verdacht,’ zegt Erin. Eerst trokken ze al je nagels uit, daarna werd je met handen en voeten vastgebonden en in het water gegooid. Wie zonk was een heks, wie bleef drijven was onschuldig. In het laatste geval kregen de nabestaanden een formeel mea culpa en daarmee was de kous af. Een populaire plek voor witch dunking was Nor’ Loch, een waterreservoir op de plek van de huidige Princess Street Gardens. Of er ooit drinkwater uit werd gehaald, betwijfelt Erin. ‘Alle afvalwater, drek, menselijke en dierlijke uitwerpselen van de hoger gelegen stad vloeiden linea recta naar Nor’ Loch’ zegt ze. De ‘heksen’ verdronken dus in de beerput van Edinburgh. Toen het meer in 1813 gedempt werd, vond men er lijken bij de vleet.
In de South Bridge Vaults spookt het dat het een lieve lust is |
Going underground. ‘Ga vooral niet in je eentje de uitgang zoeken als je een claustrofobie- of paniekaanval krijgt, want dan verdwaal je gegarandeerd’ waarschuwt Erin voor we de South Bridge Vaults induiken. Edinburghs 300 m. lange South Bridge werd in 1788 geopend en steunt op 19 bogen. Slechts één ervan, Cow Gate, ligt bovengronds. Tussen de bogen loopt een afdalend gangenstelsel met meer dan 120 vaults: ondergrondse ruimtes die dienst deden als ateliers en opslag voor de winkels op South Bridge. ‘Al gauw bleek dat de vaults niet zo waterbestendig waren als bedoeld’ zegt Erin. ‘Ze werden verlaten en er ontstond een soort niemandsland dat andere, meer sinistere bewoners aantrok: wezen, Ierse immigranten, hoeren, grafrovers, daklozen en criminelen. Illegale bars, dito bordelen en goktenten floreerden in de ondergrondse stad. Men schat dat er op een bepaald moment meer dan 100.000 mensen in de gangen onder South Bridge woonden, zonder verluchting, zonder stromend water, zonder sanitaire voorzieningen.’
De dodenmaskers van Burke & Hare (Cornelius Kentmore Collection) |
Vooral grafrovers vonden in de vaults een gedroomd onderkomen. ‘De anatomielessen van Doctor Knox waren in de eerste helft van de 19e eeuw ontzettend populair.’ zegt Erin. ‘Zijn sessies trokken soms meer dan 1000 kijklustigen.’ Om zich van didactisch materiaal te verzekeren, had Dr. Knox uiteraard lijken nodig. ‘Lijken stelen was dan ook een lucratieve bezigheid in Edinburgh’ zegt onze gids. ‘Dr. Knox – alleen de naam al – betaalde er royaal voor. Hoe verser, hoe hoger de prijs. Grafrovers schuimden ‘s nachts de kerkhoven af en stalen lijken om de dag erna aan Dr. Knox te verkopen.’ Het duo dat altijd de beste lijken leverde, waren de Ierse immigranten Burke en Hare. ‘Zij hebben zich nooit aan grafschennis bezondigd, want ze zorgden zelf wel voor de lijken.’ ‘Moordenaars?’ vragen we. ‘Seriemoordenaars.’ corrigeert Erin. ‘Ze zochten hun slachtoffers vooral onder de arme bevolking, vaak ook in de vaults.’ Het stel werd in 1828 gearresteerd. Op hun proces bleek vooral Burke de grote schuldige te zijn. Hij werd op 18 januari 1829 onder grote publieke belangstelling op Lawnmarket opgeknoopt. ‘Ironisch genoeg belandde zijn lijk de dag na de executie zelf op de publieke disectietafel’ lacht Erin. Zijn skelet werd bewaard als didactisch materiaal en kan je vandaag nog bekijken in het Anatomical Museum van de Edinburgh Medical School.
Erin, onze ondergrondse gids |
We wandelen door smalle gangen met enkel de kaars die Erin draagt als verlichting. We stoppen in double hightroom, de enige kamer met twee verdiepingen. ‘Tegen 1880 waren de vaults onleefbaar geworden. Ze werden verlaten, vergeten en pas in 1985 per toeval weer ontdekt’ zegt onze gids. ‘Al snel werd duidelijk dat er een derde generatie bewoners in de vaults was getrokken: geesten en body snatchers.’ Meteen na de ontdekking van de vaults werden stemmen en voetstappen gehoord, schimmen gezien en bezoekers voelden soms een onverklaarbare druk op hun hoofd en schouders. Sommigen bleken zelfs krabwonden te hebben. ‘Hier in de double hightroom wordt vaak een sinister personage gezien, de Aristocraat’ zegt Erin. ‘Hij draagt een hoge zwarte hoed, een lange zwarte jas, leunt altijd tegen de muur en grijnst naar de voorbijgangers. Hoewel er iets dreigends van uitgaat, deed hij nog nooit iemand kwaad.’ In de Cobblers Room huist een figuur in een wit hemd waarvan men aanneemt dat hij een schoenmaker is. ‘Hoewel hij soms stenen door de kamer gooit, wordt hij toch ervaren als een positieve aanwezigheid’.
Een tocht door de vaults eindigt in een spooky ondergrondse bar |
Niet alle geesten hebben een vaste stek. ‘Bezoekers worden soms bij de hand genomen door een kinderhand’ zegt Erin. The boy, zo wordt hij genoemd, is een jongen van een jaar of zes, keurig gekleed met blond krullend haar. ‘Hij dwaalt door de hele vaults, werd al meer dan honderd keer gezien en voelt zich vooral aangetrokken tot kinderen en vrouwen. Een andere figuur die door de vaults dwaalt is een reus van een kerel met een lange donkere jas en zware hoge laarzen die hem de bijnaam Mister Boots gaven. ‘Noem hem gerust een poltergeist. Je kan zijn stappen bijna altijd horen, soms erg stil, dan weer heel luid.’ zegt Erin. ‘Hij nadert bezoekers vaak heel dicht en fluistert dan onophoudelijk: get out, get out, get out. Het zijn zijn handen die mensen op hun schouders of in hun nek voelen.’ Mister Boots verscheen al meer dan eens op foto’s die in de vaults werden genomen, voor de BBC een goede reden om er in 2000 een reportage over te maken. ‘Zij maten toen heel wat paranormale activiteit hier beneden’ besluit Erin. Onze wandeling door de vaults eindigt in een ondergrondse bar. De whisky die we krijgen aangeboden, scherpt onze realiteitszin weer wat aan. Toch staat één ding vast: in de South Bridge Vaults gebeuren dingen die de wetenschap voor schut zetten.
Bobby’s standbeeld in Candlemaker Row bij de ingang van Greyfriars |
Greyfriars kirkyard |
Greyfriars is een kerkhof zoals je ze wel meer ziet in Schotland, een typische kirkyard met verweerde, ingezakte en met mos overgroeide grafzerken, meestal uit de 17e en 18e eeuw. Kortom, het perfecte decor voor een griezelfilm. Over sommige grafstenen zien we solide ijzeren kooien gebouwd, de zogenaamde mortsafes die de graven moesten behoeden voor de leveranciers van doctor Knox. We stoppen bij het graf van een vrouw waarvan we de naam nog amper kunnen lezen. ‘Op een nacht braken twee beruchte grafrovers, John en Earl Melville, haar graf open,’ zegt Andy. ‘Toen ze een gouden ring van haar vinger wilden rukken, richtte het lijk zich op en begon zo hard te gillen dat ze de hele buurt wakker schreeuwde. Earl vluchtte in paniek weg, liep onder een koets en verongelukte. John bleef verstijfd van angst staan tot de politie arriveerde. Ook hij stierf nog dezelfde nacht.’ Verhalen als deze zijn dood-gewoon op Greyfriars.
Greyfriars kirkyard |
In een van de staande grafstenen staat ‘Thomas Riddel’ gebeiteld, de geboortenaam van Lord Voldemort, Harry Potter’s geduchte aartsvijand. ‘J.K. Rowling wandelde vaak over het kerkhof en vond er inspiratie voor haar boeken. Ze schreef haar eerste Harry Potter in een achterkamertje van The Elephant House, een koffiehuis in George IV Bridge dat uitkijkt over Greyfriars en Edinburgh Castle,’ zegt Andy. Zowel Riddel’s graf als het koffiehuis worden nu druk bezocht door Harry Potterfans. In een uithoek van het kerkhof staan we bij een ijzeren poort met een enorm slot erop: Convenanters Prison, alias The City of Dead, het eerste concentratiekamp uit de geschiedenis. Tijdens de Killing Time werden hier meer dan 1200 convenanters gevangen gezet. Later werden ze er begraven, maar ironisch genoeg ook hun beul, George MacKenzie. ‘En dat is om problemen vragen,’ lacht Andy. In 1998 barstte de hel los. Convenanters Prison werd ‘the most haunted place in the world.’ Onze nieuwsgierigheid is gewekt. We willen er alles over weten, al zullen we dat zonder Andy moeten doen. ‘Ik zet er nooit nog één voet binnen,’ zegt hij kordaat.
Andy onze gids bij Convenantor’s Prison: een beul bij zijn slachtoffers begraven is om problemen vragen |
In The Black Mausoleum woont ‘s werelds beroemdste poltergeist |
We volgen onze gids tot aan The Black Mausoleum, het graf van Bloody MacKenzie. We voelen ons hart kloppen tot in onze keel. ‘Sinds Bloody MacKenzie op Greyfriars begraven werd, heerst er een gespannen stilte op het kerkhof. Er gebeurde nooit echts iets abnormaals, maar iedereen wist gewoon dat er iets niets pluis zat,‘ zegt Todd. De problemen begonnen pas écht in 1998 toen een dakloze in het mausoleum een geschikt hotel zag. ‘De ongelukkige drong op een regenachtige avond het graf binnen. Hij daalde af naar de kelder en werd nieuwsgierig,‘ fluistert Todd. ‘Iets té nieuwsgierig, want toen hij de kist van MacKenzie opende, zakte hij door de vloer en viel in een massagraf.’ De stakkerd klauterde zich in paniek een weg naar buiten achternagezeten door de geest van MacKenzie die hem tijdens zijn vlucht tot bloedens toe toetakelde. Een vrouw die de dag erna Greyfriars bezocht, de deuren van het mausoleum open zag staan en wou kijken wat er aan de hand was, werd door een krachtige koude wind letterlijk weggeblazen. Het hek was van de dam, de poltergeist MacKenzie was on the loose.
City of Dead |
Geef een reactie