PERU (2): DE NAVEL VAN DE WERELD.

with Geen reacties

Peru
heeft meer te bieden dan alleen maar fraaie natuur, ook de stenen vertellen hun
verhaal en de mensen zijn nog bijzonder authentiek, hun cultuur heeft de eeuwen met
glans doorstaan. Pacha Mama, moeder aarde, heeft dit land erg verwend met
adembenemende landschappen en historische sites zoals Machu Picchu, dat als een
fata morgana opduikt middenin het indrukwekkende Andesgebergte. Deel 2 van ons Peruaans avontuur.

De natuur in Peru is oogstrelend mooi

Christo’s spinnen. Slangen, luiaards, aapjes, groot en
klein, ik zie ze allemaal op mijn wandelingen en boottochtjes door de jungle.
De anaconda, zowat de meest gevreesde slang, ligt op een bepaald moment op een
paar meter van me vandaan, ook de boa constrictor krijg ik te zien. 
Maar het is vooral
een vogelparadijs: van papegaaien tot toekans, arenden en valken, maar ook
fekgekleurde kolibries en ijsvogels. Ik zie een visarend naar beneden duiken en
met een enorme vis tussen zijn klauwen wegvliegen. Iets verder vaar ik voorbij
een boom die volledig is ingepakt door een web van duizenden spinnetjes, de
jungle Christo’s. 

In een van de dorpjes  word ik met open armen verwelkomd door een
oud vrouwtje, Olinda, die haar werk laat liggen om me een slijpsteen, die ze
als een kleinood in een speciale doos bewaart, te laten zien. Ze heeft hem
waarschijnlijk 
van iemand dierbaar gekregen. Als we een
eind verder de jungle inlopen merk ik net op tijd dat ik in een nest
kogelmieren sta. Victor pakt er een beet en laat me zien hoe ze een wonde
naaien in de jungle. Hij kapt het lijfje van de mier af en zet het kopje op een
blad waar hij zich meteen met zijn pootjes in plant. ‘Doe dit op je huid en je
kan er een hele wonde mee dichtmaken. Je moet wel zien dat je niet gebeten
wordt want dan ben je nog verder van huis,’ lacht hij. Mijn jungle avontuur zit
erop als we via de Amazone in Iquitos aankomen, ooit een rijke stad waar de
rubberbaronnen hun extravagante huizen neerplantten. Veel blijft daar niet van
over. Maar het heeft wel iets door de ligging en de 3000 motor taxis (soort
tuk-tuks), die er rond tuffen, gewone wagens zijn er zeldzaam.

Kathedraal Cuzco

Cocathee
geeft je vleugels. 
Als voorproefje ging ik net voor ik
vertrok naar een despacho (offering) uitgevoerd door een sjamaan uit Cuzco. De
sjamaans worden hier paqa’s genoemd, zegt Melbin mijn enige vrouwelijke gids.
‘Despachos offeren aan de natuurgoden gebeurt hier constant. Moeder aarde
(Pacha Mama) wil wel zorgen voor een goeie oogst, maar voor niets gaat de zon
op,’ lacht ze. ‘We zijn dan wel bekeerd tot het katholicisme, maar heel veel
mensen geloven nog steeds in de kracht van de natuur.’ 
Cuzco, de hoofdstad van het vroegere
Incarijk, de toenmalige navel van de wereld, is intrigerend mooi, ik zet er een
flinke stap terug in de tijd. 
Cuzco

Ik geniet vooral van de kleinschaligheid: de
smalle straatjes, de lage Spaanse herenhuizen en kloosters, leuke winkeltjes,
restaurants en een zee van rode pannendaken die de hele bergwand inneemt. Cuzco
ligt op 3450 meter en dat voel ik. De hoogteziekte heeft gelukkig niet veel pak
op me, maar ik drink met plezier de cocathee die overal in de hotels en
restaurants wordt aangeboden, want ik krijg er enorm veel energie van. 
Cocabladeren
kauwen of drinken mag dan legaal zijn, maar cocaïne is dat zeker niet. 

De
gevangenis in Lima zit vol meisjes, vaak modellen, die een zakje meegesmokkelde
cocaïne met minstens 20 jaar bekopen. Zonde van al die knappe vrouwen moet de
Peruaanse regering gedacht hebben. Eens per jaar wordt er nu een defilé
gehouden met al die veroordeelde schoonheden, waar veel volk naar komt kijken.
Het is dankzij de extra energie van cocabladeren dat de Inca’s de ingenieuze
bouwwerken konden neerzetten met de als een puzzel in mekaar passende stenen.
Het was zo ingenieus dat de Spanjaarden dachten dat ze met hulp van de duivel
werden gemaakt. Voor hen genoeg reden om alles te vernietigen.
Lokale dansers op het perron van Poroy

Machu
Picchu in stijl. 
Op het perron van Poroy (20 km van Cuzco)
staat de volledige bemanning van de Hiram Bingham trein, genoemd naar de
Amerikaan die in 1911 Machu Picchu ontdekte, mij en uiteraard vele anderen op
te wachten met champagne en plaatselijke dansers. 
Het is een erg luxueuze trein met een
panoramawagen, een gezellige bar en een chique restauratiewagen waar ik op mijn
wenken bediend word. Een bevlogen gitarist zorgt voor de sfeer aan boord.
Terwijl ik geniet van het landschap dat steeds groener en onherbergzamer wordt,
krijg ik een zes gangen brunch opgediend. We rijden door de Urubamba vallei met
naast ons de gelijknamige rivier die de hele vallei doorklieft en uiteindelijk
uitmondt in de Ucayali die we lange tijd gevolgd hebben in de jungle.
Machu Picchu

‘Ogen dicht en pas opendoen als ik het
zeg,’ fluistert Melbin als we na een flinke klim aan het wachtershuis boven
Machu Picchu aankomen. Het is als in een filmscène, plots ligt een van de
mooiste sites ter wereld aan mijn voeten. Omringd door niets dan hoge pieken
voelt het alsof ik op het dak van de wereld sta. Bovendien is Inti, de
zonnegod, me goed gezind. Het is pas hier dat ik zie hoe belangrijk de natuur
was voor de Inca’s. Melbin overstelpt me met verhalen, maar het meest
intrigerende is toch dat de Spanjaarden Machu Picchu nooit gevonden hebben.
Ondanks het feit dat velen van het bestaan afwisten heeft niemand de stad ooit
verraden.

De
wraak van de Incagoden. 
De Inca’s in de sacred valley zijn voortdurend
weerstand blijven bieden en hielden de Spanjaarden op veilige afstand. In 1570
bleef de stad verweesd achter, niemand kent de echte reden. De natuur
overwoekerde Machu Picchu heel snel, waardoor het tot in 1911 verborgen bleef
voor de wereld. Bingham was op zoek naar het laatste toevluchtsoord van de
Inca’s: Vilcabamba en stootte bij toeval op dit wereldwonder.
Wat er ook gebeurd is, iedereen gelooft
dat als het leeggeroofd werd, Pacha Mama zoiets niet ongestraft zou laten
gebeuren. Plots voel ik me in een Kuifjes boek: de wraak van de Incagoden. 800
Mensen woonden er, hoofdzakelijk hoge adel, rechtstreekse familie van de
koning, aangevuld met dienaars en soldaten. Machu Picchu werd vernuftig
gebouwd, helemaal in het teken van de zonnegod. Door op verschillende niveaus
te werken en de stad naar het oosten te richten kreeg elk huis de eerste
zonnestralen binnen. Melbin voelt zich nog steeds meer Inca dan katholiek. Maar
ik kan de Spanjaarden niet haten, want ze maken net zoveel deel uit van mij als
de Inca’s, zegt ze.
Sacred Valley

Een pintje voor de doden. Op weg naar de
sacred valley maken we een stop in Quenqo, een Inca begraafplaats opgedragen
aan Pacha Mama. Ik wurm me langs een smal gangetje naar binnen, waar een
offertafel is uitgehouwen uit de natuurlijke rotsformaties. De Inca’s werden
begraven in foetushouding anders konden ze niet overgaan naar een volgend
leven. Het ergste wat je iemand kon aandoen was hem verbranden of uitgestrekt
onder de grond leggen. Melbin zegt dat ze daardoor nog steeds niet wil verbrand
worden. Iedereen komt terug, dus in de graven lagen dingen uit het dagelijkse
leven die ze opnieuw konden gebruiken. Doodgaan was ook niets droevigs, de
doden waren gewoon een stap voor op de anderen. 
Nu nog steeds
zet Melbin een pintje op het graf van haar grootvader zodat zijn geest iets te
drinken heeft. ‘Het glas geraakt altijd leeg,’ lacht ze.

Een chicha kater. De Sacred
Valley was volgens de Inca’s het spiegelbeeld van de melkweg. Pisac is een van
de best bewaarde Incasteden in de vallei, waar ook een Incatrail vertrekt dat
uiteindelijk naar Machu Picchu leidt. Het hedendaagse Pisac dat onder de Ìnca
site ligt is één grote souvenir markt geworden en is samen met de Indian Market
in Lima de goedkoopste van het land. Overal in de vallei kan je chicha
(gefermenteerde maïswijn) proeven. De huizen w
aar
ze het drankje brouwen en verkopen zijn te herkennen aan een stok met een
gekleurde plastic zak. Ik wil het uiteraard proeven. Mijn gids heeft slechts één
woord nodig en ik slechts een kopje chicha om volledig in de wind te zijn.
Straf spul. 
Ollantay Tambo

Mijn favoriete stadje is Ollantay Tambo, waar de originele
Incastraten en huizen de vele aardbevingen hebben doorstaan en nog steeds
bewoond zijn. De waterkanalen die dateren van het jaar 1200 vloeien nog door de
stad. 
Dit gezellig
stadje, met veel restaurants en kleine hostels, was hét bastillion waar ze 40
jaar lang weerstand boden aan de Spanjaarden, die daardoor nooit Machu Picchu
ontdekten. Ik rijd terug naar Cuzco door de Andes met hier en daar een
besneeuwde top. De ondergaande zon zorgt voor de perfecte belichting, een
roofvogel vliegt laag over. Ergens diep in mijn herinnering hoor ik ‘El condor
Pasa’…


© TEKST & FOTO’S MYRIAM THYS 2016

WIJ ZIJN SOCIAAL :

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *