PERU (1): HET LAND VAN PACHA MAMA.

with Geen reacties

Het rijk van de
Inca’s is altijd een populaire backpackersbestemming geweest en is het nog
steeds. Maar je kan er ook in grote luxe rondreizen, lekker eten en met stijl
genieten van een land dat niet alleen op natuurgebied veel te bieden heeft maar
ook qua culturele hoogtepunten de buren naar de kroon steekt. Peru ‘is booming.’
Ik dompel me met veel plezier onder in een perfecte mix van luxe en avontuur.
Peruaanse vissers op de Amazone

Het accent van mijn gids Fernando doet me denken aan een Spaanse
versie van Allo-Allo. Het is even wennen, maar hij is ontzettend onderlegd en
kent Peru als zijn binnenzak, inclusief de Peruaanse keuken. ‘Het beste
souvenir dat je van Peru mee naar huis neemt,’ zegt hij lachend, ‘is een aantal
kilo’s,’ terwijl hij de zevende gang, van wat een lichte lunch had moeten
worden, smakelijk achter zijn kiezen laat verdwijnen. ‘We staan in de top 10
van de beste wereldkeukens,’ voegt hij er trots aan toe. Het eten is inderdaad
verbazend lekker. En Lima (8milj. inw.) is een uitstekende stad om al die
culinaire hoogstandjes uit te proberen in vaak echte toprestaurants. 
Traditioneel of hip, de Peruaanse keuken behoort tot de beste van de wereld


Ik betaal er uiteraard
meer dan in een lokale tent, waar ik meestal een enorm bord rijst en vlees krijg
voor slechts een paar euro. Dat Peruanen veel eten is een understatement. In de
betere restaurants krijg ik gelukkig kleinere porties voorgeschoteld, maar
verdeeld over een onnoemelijk aantal gangen. Ik heb het getroffen met mijn
foodie gids. Hij laat geen kans voorbijgaan om me nieuwe dingen te laten
proeven en starten doen we gegarandeerd met een Pisco Sour, dé nationale drank.
Vaak wordt er fusion geserveerd: lokale gerechten met Oosterse en Creoolse
invloeden. Hamster, dat hier als een delicatesse wordt beschouwd, is voor mij het
minst appetijtelijke gerecht, vooral als het beestje in vol ornaat op mijn bord
wordt gedrapeerd.


Lima, een levendige stad


Katholiek maar niet
overtuigd. 
In de jaren ’20 en ‘30, toen er olie werd gevonden in Peru,
werden er schitterende gebouwen opgetrokken in hoofdstad Lima. In de jaren 50 was
het een stad die Parijs naar de kroon stak. De toenmalige president Augusto B.
Leguia wilde niet onder doen voor de Franse lichtstad. Rond de jaren ‘70 gaat
het plots veel minder goed, wanneer Valesco Avarado de macht overneemt, grote
landeigenaars onteigent en de landbouwgrond verdeelt onder de bevolking die
niet weet wat ze ermee aanmoet. De economie gaat met rasse schreden achteruit
en de kleine boeren trekken naar de stad omdat ze van geen hout pijlen weten te
maken. In de jaren ‘80 wanneer de migratie vanuit de bergen steeds groter wordt
begint de aristocratie en gegoede burgerij uit het centrum weg te trekken. 

Street Art vind je overal in Peru



Downtown
wordt een gevaarlijk plek. Er staan nog steeds schitterende gebouwen op Plaza
Martinez. Sinds ‘88 is het plein en het hele historische centrum errond Unesco
werelderfgoed. Maar er is leegstand en wat ooit het eerste 5-sterrenhotel van
Peru was, het Gran Hotel Bolivar, waar zowat alle presidentiële parties
plaatsvonden, heeft twee sterren moeten inleveren. 
Op Plaza Mayor komt de stad pas
echt tot leven. De kathedraal is een schoolvoorbeeld van eclectisme. De enorm
lange constructietijd en verschillende aardbevingen hebben ervoor gezorgd dat
zowat alle bouwstijlen erin vertegenwoordigd zijn. 
Ik vind er de vreemde vermenging van katholieke- en
Incasymbolen vooral intrigerend. De katholieken verwerkten de zon en de maan in
hun afbeeldingen om de Indianen, die in natuurkrachten geloofden, de kerk in te
lokken. 

Ook op de markten zie je vrouwen in traditionele kledij



Er werden plaatselijke heiligen uitgeroepen, zelfs een zwarte. ‘De
Indianen werden katholiek door gewoonte, niet door overtuiging,’ zegt Fernando. Ik
zie veel vrouwen in traditionele klederdracht en zelfs twee lama’s op het plein. 
Het oude centrum is mooi, maar het leukste kwartier is
zonder twijfel Baranco, de artiestenwijk met veel terrasjes, hier en daar een
leuke shop, restaurants en loungebars. De meeste huizen zijn hier in Tudor
stijl, het ligt aan zee en je hebt er net als in Venetië de brug der zuchten,
al zijn het er iets minder dan zeven.



Reuze Kapokboom in de Peruanse jungle


Opgepast, gewapende
mieren! 
Bij het landen in Iquitos lijkt de jungle oneindig: één
grote, donkere, groene deken. Elias is bioloog in het Alpahayo Mishina
reservaat, een primair regenwoud, waar hij me een aantal medicinale planten wil
laten zien. Het onderzoekscentrum werkt o.a. samen met sjamanen, die enorm veel
kennis hebben over de kracht van de natuur. Hier en daar zorgt een kleurrijke
bloem of paddestoel voor wat afwisseling in het vrij donkere regenwoud. ‘Nooit
aanraken,’ zegt Elias, alles wat fel gekleurd is, is in 80% van de gevallen
giftig. Helle kleuren zijn waarschuwingstekens. 

Close-up van een luiaard


Ook met boomstammen moet je
opletten: het is de geliefde plaats voor gewapende- en kogelmieren. Ze kunnen
een paar centimeter groot worden en als ze bijten zorgen ze voor veel
problemen. De gewapende mieren, what ’s in a name, worden vaak gebruikt in de
dorpsgevangenis om misdadigers op andere gedachten te brengen. Het is hier dus
erg veilig, lacht hij, want niemand waagt zich na een aanvaring met deze
beestjes nog aan diefstal of gelijk welk ander vergrijp. 
We gaan op zoek naar het kleinste aapje ter wereld, de pigmy
marmoset, slechts een paar centimeter groot. 

Boa Constrictor



Heel veel mensen proberen ze uit
het land te smokkelen. Moeilijk is het niet, maar wel strafbaar. 
Peru is niet alleen het tweede cocaïne land in de wereld na
Colombia, maar heeft ook heel veel hallucinogene planten, die gebruikt worden
bij ceremonies en om in de toekomst te kijken door sjamanen, die niet alleen in
de jungle maar ook in de Andes nog door heel veel mensen worden geraadpleegd.
Als hij me vertelt dat de cocona, een klein rond geel vruchtje helpt als eerste
hulp bij slangenbeten, stop ik er meteen een op zak. Je weet maar nooit.

El Delphin, mijn thuis voor zes dagen

Cruisen in luxe op de
Amazone. 
‘Buenvenido en El Delfin.’ Victor verwelkomt me op de boot
die de volgende 5 dagen (600 km) mijn hotel zal zijn. Carlos staat er naast met
een grote glimlach en een plateau vol heerlijk vers fruitsap: camu-camu, een
junglevrucht die 30 maal meer vitamine C als een sinaasappel bevat. 
De Delfin is de meest luxueuze rivierboot in het Amazone
gebied. Er is plaats voor 14 gasten, maar we zijn maar met z’n zes. We worden
ruim geklopt door de bemanning die uit tien leden bestaat. 
De Amazone rivier, die in de Peruaanse Andes ontstaat,
stroomt door zeven landen. Ik voel me meteen thuis op de boot, de kamers zijn
modern, op het bovendek -volledig in open lucht- is er een gezellig salon met
flatscreen en bar. Victor, een Peruaanse versie van de inmiddels overleden
Australische ‘crocodile hunter’ Steve Irwin, is net zo overenthousiast. Hij
werd geboren in een dorpje aan de rivier, heeft scherpere ogen dan een visarend
en kent de hele fauna en flora als zijn binnenzak.
Typisch junglehuis aan de rivier


Op onze eerste wandeling steekt hij al meteen zijn hand in
een termietennest, er komt een sterke geur los wanneer hij de beestjes in zijn
handen tot moes wrijft. ‘Dit is het beste en meest natuurlijke anti-muggenproduct,’
zegt hij. Drijvend op een meer zien we de giant Lilly Path: enorme groene
bladeren die op gevlochten manden lijken met hier en daar witte of roze
bloemen, die alleen ’s nachts opengaan en met hun nectar kevers aantrekken. Het
is geen vleesetende bloem want 24 u nadat ze de kevers in haar blaadjes heeft
gesloten en bevrucht is, laat ze hen weer vrij, verandert van kleur en
verdwijnt onder water. 

Giant Lilly Paths



We eten die middag chonta, een slaatje met junglespaghetti,
het bovenste gedeelte van een palm dat in draden getrokken wordt, het lijkt op
witte kool, is lekker en origineel. De ceviche(rauwe vissla) in camu-camu saus
is jungle eten met een ster. Er belooft veel vis op het menu te staan want er
zitten alleen al
  meer dan 500
variëteiten katvis en 25 soorten piranha’s in de rivieren. De kruiden en
vruchten uit de jungle zijn onuitputtelijk en worden door de jongens aan boord
heerlijk klaargemaakt.

ET in slow motion, een luiaard in ‘actie’


ET in slow motion. ‘Iguana en nog een iguana,’ zegt Victor terwijl we aan een
redelijke snelheid met de speedboot een kleinere rivier op varen. Zelfs als we
onder de reptielen stoppen en hij me zegt op welke tak ze zitten zijn ze nog
moeilijk te zien. Iets verder hangt er een luiaard aan een boom net naast de
rivier. Zijn platte kopje en behoedzame bewegingen doen me aan ET denken in
slow motion. Als hij verder kruipt breekt plots de tak en krijg ik een staaltje
van vertraagde acrobatie te zien. Hij valt net niet in onze sloep. De rivier
zit niet alleen vol kaaimannen, maar ook piranha’s. 

Visarend op de loer



Ik schrik geen klein beetje
als er plots een de boot induikt. Watervogels strijken neer op de oevers en
dolfijnen zwemmen achter de boot aan. Je hebt hier twee soorten: de roze en de
grijze. De grijze wordt maar een meter lang, de roze (2 tot 3 m en uniek voor
de Amazone), is een rivierdolfijn. Springen doen ze niet, maar ze komen wel kijken.
Een zwemt tot twee keer toe tegen de boot aan. ‘Teveel vrouwen aan boord,’ zegt
Victor lachend. We blijken een hormoon af te scheiden dat hen enorm aantrekt.
De inlandse vrouwen zijn bang voor ze.

Piranha’s vissen op de Amazone


Piranha’s, de
wonderbare visvangst. 
We varen naar een meer met onze kleine speedboot, er liggen
hengels aan boord. Pepe, de bootman heeft een biefstuk bovengehaald die hij in
kleine stukjes snijdt. We gaan op piranha-vangst. 
Er moeten er honderden zitten, want telkens als ik mijn lijn
in het donkergroene water gooi heb ik beet. In nog geen half uur haal ik er
tien naar boven. Ik heb het Delfin record gebroken. Erg groot zijn ze niet,
maar als Victor hun mond openspert zie ik twee rijen vlijmscherpe tanden. De
gevaarlijkste zijn de roodbuiken. Als je hier in het water valt ben je
verloren. De beestjes zijn extreem bloeddorstig. Het Hatun Poza meer is
indrukwekkend en de zonsondergang is spectaculair, honderden reigers strijken
neer op de weerspiegeling van de intussen vuurrood geworden hemel, grote
lillipaths versperren de weg.
De zonsondergang op het Hatun Poza meer is indrukwekkend



Als het donker wordt gaan we op kaaimannenjacht met onze
Peruaanse Crocodile Dundy. Victor spot in een mum van tijd een paar kleine
kaaimannen, maar hij zoekt een grote. Hij maakt een hummend geluid dat over het
meer galmt, een geslaagde imitatie zo blijkt want plots duikt hij met zijn
hoofd het water in en grijpt hij net naast een kanjer van een kaaiman. Ik trek
hem aan zijn been terug aan boord. Bij een tweede poging heeft hij meer geluk.
Het is een kleinere van een halve meter lang. Hij laat ons zien hoe verfijnd en
zacht zo’n baby kaaiman is. Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk, ook ik wil nu
gaan voor minstens een van zes meter… maar genoeg excitement voor één nacht.
Een stelletje vleermuizen begeleidt ons tot aan de Delfin.

Crocodile Dundee met een kleine kaaiman




© TEKST & FOTO’S: MYRIAM THYS 2016


WIJ ZIJN SOCIAAL :

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *