FRANS-POLYNESIË: AAN DE POORTEN VAN HET PARADIJS

with Geen reacties

WINNER OF THE FRENCH OVERSEAS AWARDS 2016



De landschappen in Frans Polynesië  behoren tot de mooiste ter wereld. 118 Eilanden
en honderden motu’s, soms niet groter dan een zandbank, omringd door 50 shades
of blue, zijn een feest voor het oog. Ook het binnenland draagt z’n steentje
bij met uitgestrekte palmplantages, regenwoud en bergen die als een lek geschoten fles
watervallen spuwen en natuurlijk de groene zoetwaterlagunes en kleine bergriviertjes. En
dan is er nog de onderwaterwereld, aan oogstrelende taferelen is er geen gebrek
in de Pacific.



Dit is het 2de van een reeks van 4 artikels over Tahiti, waarmee we de French Overseas Awards 2016 hebben gewonnen. Champagne :-)! Bedankt voor de vele stemmen die we van jullie kregen. Hopelijk hebben we jullie zin doen krijgen om naar deze paradijselijke eilanden te trekken of wie weet gewoon een reden gegeven om even weg te dromen! 


Life is a beach. De zee
is behoorlijk woelig, mijn maag krijgt een hardhandige massage wanneer ik met
een speedboot de enorme lagune van Rangiroa oversteek. Die is zo groot dat met
wat wringwerk heel Tahiti (1045km2), het grootste eiland van Frans Polynesië,
erin zou passen. Mijn doel is de veel kleinere Blue Lagoon, nee niet die van de
film, al kan dit Tahitiaanse broertje makkelijk wedijveren met de beroemde
naamgenoot in Jamaica. Wanneer ik na een uurtje eindelijk arriveer lijkt het
alsof de poorten naar het paradijs voor me openzwaaien. 




De onstuimige zee maakt
plots plaats voor zacht kabbelend, blauwer dan blauw water. Palmbomen leunen
gracieus over het parelwitte strand en wanneer ik door het ondiepe water wandel
flitsen babyhaaitjes schichtig alle kanten op. Kleine visjes vluchten op hun
beurt voor deze kleuter killers. Sterns zitten op één lange rij allemaal naar
hetzelfde punt te staren. Het water is zo uitnodigend dat ik me er middenin
laat ploffen. Het is bloedheet en de zee voelt aan als een lauw bad. Toch zorgt
een klein briesje voor de nodige verkoeling. 



Het leven kan simpel zijn. De jonge
kapitein van de boot en zijn maat beginnen meteen te barbecueën, dat geeft me
ruim de tijd om aan de overkant Bird Island te ontdekken. Het is een behoorlijk
eind, maar de lagune is zo ondiep dat ik van motu naar motu kan lopen. Ondanks het feit dat het eiland erg klein is kost het me bijna een uur om door het water er volledig rond te wandelen. Als ik vraag hoeveel soorten vogels er zitten,
antwoordt een van de jongens: ’twee: witte en zwarte.’ Ik lach, het leven kan soms
simpel zijn. Witte en zwarte sterns bevolken er massaal de bomen. Het is
paartijd, het getsjirp is oorverdovend. Ik zie telkens twee mannetjes om één
vrouwtje strijden. Na veel geklapwiek en ingewikkelde danspasjes van de twee concurrenten
bepaalt zij met wie ze verder wil. Ook tijdens het paren wordt er wat afgefladderd.
Ik kijk gefascineerd toe. 



Intussen hoor ik de jongens aan de overkant op een
grote schelp blazen, het signaal dat het eten klaar is, een oud maar efficiënt
gebruik want je hoort het mijlenver. Terug op de paradijselijke motu, er is
werkelijk niemand anders te zien dan mijn bootgenoten, komt een heerlijke geur
me tegemoet. Ze hebben het klaargespeeld om een volledige maaltijd te bereiden:
le plat national: rauwe verse vis met dito kokos, maar ook gebraden kip, gebakken
banaan, lekkere rijst en sla. Het is heerlijk. Picknicken in Polynesië is
altijd een plezier, met weinig middelen slagen ze er steeds in om een perfecte maaltijd
voor te schotelen en ik krijg er nog een concert bovenop. Een van de jongens
zingt grappige Franse liedjes, begeleid op de ukulele, want dit is wel degelijk
Frankrijk, maar in de Pacific, dus overgoten met een Polynesisch sausje. 



Het mooiste eiland ter wereld. Duiken
en snorkelen zijn een must in de Stille Oceaan. Neem het van me aan, het overtreft
al je verwachtingen. Zeker rond Bora Bora is de onderwaterwereld onbeschrijfelijk
mooi. De kleuren spatten van de riffen, ik kan ontzettend diep kijken in het glasheldere
water. Zeeanemonen in alle kleuren en enorme koralen fleuren de bodem van de
oceaan op en als je net als ik dan ook nog eens de hele cast van Nemo live
ontmoet is dat alleen al een goeie reden om bijna 16.000 km te reizen. Ik kan
mijn jetlag nog beter relativeren wanneer ik wat later tussen de haaien zwem en
pijlstaartroggen mag knuffelen en eten geven. Slapen doe ik wel thuis.



Aan het
eind van mijn snorkeltoer beland ik op een kleine motu, Aha Pitu. In de zee
staan twee tafeltjes met een parasol. Ze lijken boven het kristalheldere water te
zweven. Honderden minivisjes zwemmen er tussen mijn tenen, terwijl ik een
heerlijke traditionele lunch verorber. Het
is vooral de omgeving die ervoor zorgt dat dit een van mijn meest memorabele
maaltijden is in Frans Polynesië. Bora Bora wordt door velen het mooiste eiland
ter wereld genoemd en ook bij mij schittert het in mijn top drie. 
De
landschappen, die ik vooral vanuit bootjes zie, zijn ronduit spectaculair. De
hoogste berg van dit legendarische eiland, de Otemanu, 725m hoog, steekt
overal grillig bovenuit en is het ankerpunt op het anders vrij platte atol. De foto’s
die ik neem van de hotels, die vaak als een parelsnoer middenin de oceaan
prijken, lijken op postkaarten uit het paradijs. 



Weg van de zee. Bewegende
meditatie, ik word helemaal zen van mijn wandeling door het binnenland van
Raiatea, het tweede grootste eiland van Frans Polynesië, waar amper toeristen
zijn. Ik wandel er door het regenwoud, langs een bergriviertje en tussen de
indrukwekkende mape’s, tropische kastanjebomen met enorme wortels die de gekste
vormen aannemen. Ze werden vroeger gebruikt als trommels om te communiceren
tussen de dorpen. Mijn gids, die zonder veel moeite kan meedoen aan een mister
Tahiti wedstrijd, geeft een demonstratie, de klank draagt enorm ver. In
Rangiroa, dat bezaaid is met palmbomen, fiets ik tot mijn grote verwondering
langs de enige wijngaard in heel Frans Polynesië, een unicum met in de achtergrond de Stille Oceaan



Ook Tahiti heeft een groen binnenland, met grote palmplantages
en lekgeschoten bergen, want waar ik ook kijk zie ik watervallen. Aan voedsel voor mijn ogen geen gebrek. Weg van de
zee, is de natuur minstens zo mooi. Meer dan genoeg redenen dus om af en toe de kust te verlaten. Al is het bounty gehalte van de stranden natuurlijk
bijzonder groot. Maar ondanks het feit dat Frans Polynesië een notoire
vakantiespot is, zijn er zelden veel mensen te zien. Vaak heb ik het hele strand
voor mij alleen en dat is een luxe waarvoor ik gerust wat extra uurtjes op het
vliegtuig wil zitten.


© Tekst en foto’s: Myriam Thys 2015 – © Onderwaterfoto: Gilles Diraimondo – ©luchtfoto: Philippe Bacchet.






PRAKTISCH:
Air Tahiti Nui vliegt vanuit Parijs, via Los Angeles naar Papeete, hoofdstad van Frans Polynesië, op
het grootste eiland Tahiti.
Je bent ongeveer 24u onderweg. www.airtahitinui.com
Air Tahiti Van eiland naar eiland hoppen kan met Air
Tahiti, die al de binnenlandse vluchten voor haar rekening neemt.
www.airtahiti.com
Info: de toeristische
dienst van Tahiti
:
www.tahiti-tourisme.be, of  mail: info@tahiti-tourisme.be

Info over Frankrijk en de Franse overzeese gebieden: be.france.fr/nl

Er zijn ontzettend veel organisaties waar je
een tour over land of een snorkeltrip kan boeken, dit is onze keuze:  

Tahiti: Marama
Safari 4×4
: www.maramatours.com

Bora Bora: Lagoon service: http://lagoonservice.com

WIJ ZIJN SOCIAAL:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *