Lausanne. |
Place de la Palud – Lausanne. |
Op het nabijgelegen Place de la Palud verzeilen we op de gezellige zaterdagse markt van Lausanne die erg mediterraan aanvoelt. Rond de oudste fontein van de stad en voor het 17e eeuwse stadhuis in Renaissancestijl staan kleurrijke kraampjes, waar de lekkerste streekproducten worden verkocht. Het lijkt alsof we eeuwen terug in de tijd worden gekatapulteerd. We slaan Zwitserse kazen in voor een picknick onderweg en maken een bierpraatje aan de kraam van een lokale microbrouwer. Als hij hoort dat we Belgen zijn die de Zwitserse Rivièra affietsen, doet hij ons twee flessen cadeau. ‘For the road,’ lacht hij. Zwitsers zijn best wel genereus. In schril contrast met idyllische Palud staat Quartier Le Flon, een oud pakhuizenkwartier dat een moderne make-over kreeg. Vandaag is het een van de hipste wijken van de stad met originele shops, street art en trendy bars. En laat dat nu net het leuke zijn aan Lausanne, het lijkt of je met zevenmijlslaarzen van de ene wereld in de andere stapt.
Olympisch Museum Lausanne.
|
Olympische stad. Lausanne is de Olympische hoofdstad en dat zullen we geweten hebben. Zo telt de Olympic Countdown Clock op Place de la Navigation uit 2013 onvermoeid af naar de volgende Olympische Zomerspelen. Hello Tokio! Nog 734 dagen, 20 uren, 58 minuten en 33 seconden te gaan naar 2020. Behalve het IOC hebben meer dan 50 internationale sportfederaties hun zetel in Lausanne. Een must in deze prominente sportstad is dan ook Le Musée Olympique waar niet alleen doorwinterde sportfanaten, maar ook modale fietsers als wij ogen tekort komen. TOM, zo luidt de bijnaam van het museum, werd gebouwd in 1993 en kreeg 6 jaar geleden nog een stevige make-over. Voor we het sportmuseum kunnen bezoeken moeten we eerst zelf een kleine prestatie neerzetten, nl. de 97 trappen beklimmen naar de ingang.
Olympisch Museum Lausanne. |
In het 1 ha grote museumpark, dat gratis toegankelijk is, vergapen we ons al meteen aan de mooiste sculpturen die gelinkt zijn aan de Olympische Spelen. Op de drie verdiepingen van het museum leren we in een eigentijdse en kleurrijke scenografie alles over de geschiedenis en de spirit van zowel de antieke als moderne Olympische Spelen die in 1896 nieuw leven werden ingeblazen. We wandelen langs een indrukwekkende collectie Olympische toortsen, een grote verzameling Olympische medailles en authentieke mascottes. Helemaal top vinden we de oude sportoutfits en attributen zoals o.a. de antieke bobslee en een paar lederen bokshandschoenen. In het interactieve Olympisch dorp testen we onze vaardigheden in het biathlon, toetsen we ons reactievermogen aan dat van een echte sportman/vrouw en leren we ons mentaal voor te bereiden op een fysieke prestatie. Voor we het beseffen lopen we al enkele uren rond in een sportmuseum. Nooit geweten dat dát zo boeiend kan zijn.
Ouchy – Lausanne. |
Ouchy – Lausanne. |
Na ons apero-moment nemen we de metro naar het centrum waar we dineren in het chique, maar relaxte Brasserie de Montbenon, het restaurant met het mooiste terras van Lausanne. De chef, François Grognuz, werkt enkel met verse ingrediënten uit de Vaud en ook de wijnkaart is op en top Zwitsers, met die uit de regio op kop. In het trendy decor waar klassiek en modern feilloos worden gecombineerd, eten we een heerlijke Risotto met Fera du Lac Leman in een romige bisque van rivierkreeft. Want vis uit het Meer van Genève, daar zijn we intussen helemaal weg van. Bij dit lekkers drinken we een Chasselas Domaine Es Cordelières 2017, een witte Première Grand Cru uit La Côte, de perfecte match. Een lekkere spie chocoladetaart als zoete toets, kan er nog net bij. Over de calorieën hoeven we ons nada zorgen te maken, want die fietsen we er morgen galant weer af.
Fietsen met weerwerk: de wijnterrassen van Lavaux.
|
Langs Zwitserland’s mooiste wijngaarden. Onder het getoeter van een afmerende Belle Epoque raderboot rijden we ‘s morgens vroeg Lausanne uit. Zonder toorts, maar mét de Olympische spirit in gedachte volgen we opnieuw de Route du Rhône, dit keer naar Vevey voor een 25km lange etappe met behoorlijk wat weerwerk. Volgens onze reisplan moet dit de koninginnenrit van onze trip worden. Onze verwachtingen zijn dus hooggespannen en worden al meteen ingelost als we Lutry binnenrijden. In geen tijd verzeilen we tussen groene wijngaarden die alsmaar spectaculairder en steiler worden: de beroemde Wijnterrassen van Lavaux. In de 13e eeuw begonnen Cisterciënzer monniken met de aanleg van de terrassen om wijnstokken te planten. Daarvoor bouwden ze muurtjes op de steile oevers van het meer. Een briljant idee, zo bleek, want de wijngaarden vangen niet alleen het zonlicht en de warmte op door hun zuidelijk georiënteerde ligging. Ook de reflectie van de zon op het meer en de warmte die de stenen muurtjes afgeven, zorgen voor een voor wijnbouwers gedroomd microklimaat.
Grandvaux. |
In het gebied dat in 2007 Unesco Werelderfgoed werd en zich grofweg uitstrekt tussen Lutry en Jongny wordt vandaag op meer dan 800 ha wijn verbouwd, vooral Chasselas. Elk jaar produceert de Lavaux bijna 6 miljoen liter wijn die zoals bijna alle andere Zwitserse wijnen uitsluitend door de Zwitsers zelf wordt geconsumeerd. Behalve met de fiets, kan je de wijngaarden van Lavaux ook ontdekken langs een 32 km lange wandelroute. Je kan er ongestoord wijnen proeven in de vele kelders of in pinten, kleine herbergen waar je ook lekker kan tafelen. Wij genieten van een picknick met de kazen die we kochten in Lausanne en een uitzicht om ‘U’ tegen te zeggen, middenin de wijngaarden. Op een terrasje in Grandvaux, alweer met uitzicht, proberen we onze eerste Lavaux wijn. De vriendelijke cafébaas raadt ons Villette aan, een witte Chasselas met vooral florale en fruitaroma’s. ‘De ideale dorstlesser voor wie nog een eind moet fietsen,’ lacht hij. De wijn is lekker rond en rijk van smaak, met een wat gedrongen palet. En zoals gezegd, een erg lekkere dorstlesser.
Grandvaux.
|
We fietsen verder door charmante dorpen die zich nonchalant aan de hellingen vastklampen. Langs oude wijnbouwershuizen met zware dubbele deuren die naar de wijnpers leiden en dakkapellen met een ingenieus takelsysteem. Ze blijken heel typisch te zijn voor de Lavaux. Onze dorst lessen we aan de oude fonteintjes die we hier in bijna elk dorp vinden. Met fris bergwater, want Chasselas vloeit er jammer genoeg nog niet uit. Achter ieder bocht doemt er een prachtig panorama op, spectaculaire variaties op het thema van uitgestrekte wijngaarden die naar het meer glijden met de Alpen op de achtergrond.
Saint-Saphorin: fietsen op eenzame hoogten.
|
Een laatste, forse klim maken we in Saint-Saphorin, het hoogtepunt van onze rit, maar dan letterlijk. Het uitzicht vanaf de Route du Rhône is er ronduit adembenemend met wijngaarden die extreem steil het meer lijken in te duiken. In de verte zien we Montreux liggen, een van onze volgende bestemmingen. What goes up, must come down: de lange afdaling naar het Chaplinstadje Vevey gaat aan een duizelingwekkende snelheid. Pure adrenaline, vooral in de vele bochten. Tegen valavond bereiken La Tour de Peltz waar we inchecken in Hotel Bon Rivage, een charmehotel op ‘fietsafstand’ van alle highlights van de regio en meteen onze uitvalsbasis voor de volgende drie dagen. Ons dagje intensief peddelen sluiten we af in het restaurant van het hotel met alweer een menu op basis van vis uit het meer. Een echte delicatesse die we wegspoelen met een witte wijn uit Lavaux, what else.
Vevey, Chaplins stad. |
Lees ook: Route du Rhône, met de fiets langs het Meer van Geneve (1): Nyon-Lausanne.
en de regio: www.region-du-leman.ch
Geef een reactie