7 TIPS VOOR EEN [CULTUUR-] WEEKEND BERGEN

with Geen reacties

Bijna nergens vind je op zo’n kleine oppervlakte zoveel Unesco Werelderfgoed als in Henegouwen. Twintig sites om precies te zijn, waarvan hoofdstad Bergen (Mons) er alleen al vijf voor z’n rekening neemt. En waar (wereld-) erfgoed is, is cultuur. Ik trok naar deze stad in de Borinage waar het niet alleen goed leven is, maar waar ook een en ander te bekijken valt: 7 tips voor een geweldig cultuurweekend in Bergen.

Collégiale Sainte-Waudru is de plek waar het in de 7e eeuw allemaal begon. De kerk werd genoemd naar de Heilige Waldetrudis die een kleine religieuze gemeenschap stichtte op de heuvel waarrond later de stad Bergen zou ontstaan. Wanneer ik de basis van de opvallend lage toren van de Sinte-Waldetrudiskerk onder de loep nemen, merk ik meteen dat die bedoeld was voor een veel hogere toren. Volgens de oorspronkelijk plannen zou de toren 190m hoog worden, waarmee hij het belfort van Bergen letterlijk naar de kroon had kunnen steken. De eerste steen van de Sinte-Waldetrudis werd gelegd in 1450, maar de werken werden abrupt stopgezet in 1620. Hoewel het nooit echt werd afgewerkt, blijft dit een schoolvoorbeeld van typische Brabantse gotiek, een heel indrukwekkend monument.

Binnen word ik meteen overdonderd door de verticale symmetrie van het schip dat niks dan grandeur uitstraalt. De prachtige glas-in-loodramen die voor kleurrijke projecties zorgen, werden begin 16e eeuw aan de kerk geschonken door Maximiliaan van Oostenrijk. Andere bezienswaardigheden zijn de prachtige beelden van o.a. de meester-beeldhouwer van Keizer Karel V en de reliekschrijnen van Sinte-Waldetrudis. Maar de blikvanger is de Gouden Koets in Louis XVI stijl, die eenmaal per jaar de kerk uit bolt tijdens de Ducasse van Bergen, Doudou in de volksmond. Elk jaar op Drievuldigheidszondag worden de reliekschrijnen van Sinte Waldetrudis onder veel belangstelling op de koets geladen en door de stad gereden. De clou bestaat erin om na afloop het loodzware rijtuig de steile helling van Sint-Waldetrudis in één beweging op te duwen, zoniet komt er een jaar lang onheil over de stad. Dit populaire volksfeest werd in 2005 Unesco Werelderfgoed.

Belfort van Bergen. De Franse dichter Victor Hugo vond het belfort van Bergen maar niks, ik daarentegen vind het geweldig. Het werd in 1662 gebouwd op de restanten van het oude Gravensteen dat van de 9e tot de 15e eeuw de residentie van de graven van Henegouwen was. Samen met de 56 andere belforten van België en Noord-Frankrijk werd het in 1999 door Unesco erkend als Werelderfgoed. Het is het enige Belgische belfort in Barokstijl. Omdat het op het hoogste punt van Bergen staat, geniet ik er van een waanzinnig mooi panorama. Het kijkt letterlijk op de stad neer. Neem zeker de moeite om het belfort te bezoeken, want je krijgt er een mooi overzicht van de geschiedenis en z’n bewogen weg naar de Werelderfgoedlijst.

Grote Markt. Wat Monopoly niet vertelt is dat er achter een van de goedkoopste straten, nl. Grand Place Mons, een bijzonder gezellige plek schuilt. Wie in Bergen relax wil onderuitzakken op een terrasje met een fris Belgisch biertje is er aan het juiste adres. Je vindt er werkelijk een bloemlezing uit meer dan 5 eeuwen Bergense architectuur met als summum het Gotische stadhuis (1477) met z’n opvallende klokkentoren, die er begin 18e eeuw werd aangebouwd. Nog een leuke extensie is de bronzen trapleuning met  Sint Jorishelm en draak die kunstenaar Gérard Garouste er in 2006 aannaaide. Aan de pui van het stadhuis, links van de toegangspoort, staat ‘Le Singe du Grande Garde’ alias het Aapje van Bergen.

Dit kleine beeldje is naar middeleeuwse traditie het stadsdier van Bergen en bevindt zich al sinds de 17e eeuw in de buurt van het stadhuis. Dat zijn apenkopje blinkt komt omdat het, je raadt het al, geluk brengt voor wie er over aait. Anderen beweren dan weer, gelet op de hoogte waar het hangt, dat eronder ooit ongehoorzame kinderen ten schande werden gezet. Voor aap staan heet dat dan. Feit is dat het aapje ooit als ‘point de répère’ (nulpunt) voor de landmeters van de Borinage diende. Of het écht geluk brengt? Dat kan je beter zelf eens uitproberen.

Mundaneum Mons

Mundaneum, Google avant la lettre. Een museum waarvan de digitale generatie van vandaag raar opkijkt is het Mundaneum. Het werd door Google officieel erkend als z’n ‘papieren voorloper’ en door Unesco meteen op de Werelderfgoedlijst gezet. Het idee voor Mundaneum ontstond in de 19e eeuw toen de Belgische juristen Paul Otlet en Henri La Fontaine, Nobelprijswinnaar voor de Vrede, hun krachten bundelden. Hun doel was om alle kennis van de wereld te klasseren volgens de Universele Decimale Classificatie (UDC), een systeem dat zij zelf hadden ontworpen. Hun immense collectie boeken, kranten, affiches en documenten kregen een onderkomen in o.a. het Brusselse Jubelpark. Het utopische plan om een Wereldstad te bouwen (Le Corbusier ontwierp er de plannen voor) werd in geen tijd achterhaald door de snelle technologische evolutie van hun tijd. Het nalatenschap van La Fontaine en Otlet werd ondergebracht in een prachtig art-decohuis in Rue de Nimy 76.

Kunst op straat. Kunst kijken kan in Bergen ook gewoon op straat. Het project l’Art habite la Ville (Kunst bewoont de Stad) geeft straatkunstenaars een platform in de Henegouwse hoofdstad. Zo nam Olivier Sonck de muren van de gevangenis van Mons onder handen met Ivre d’Histoires, een literair fresco vol (vergankelijke) poëzie. Sonck is gepassioneerd door woorden die hij omtovert tot objecten. Dat hij de penitentiaire instelling van Mons viseert is geen toeval, want Paul Verlaine bromde er 2 jaar nadat hij in Brussel zijn vriend Rimbaud twee kogels door het lijf joeg. Bij het Parc des Anciens Abattoirs zie ik de ijzeren scheepjes van Daniel Fauville, een kunstenaar die trouw blijft aan wat hem als kind inspireerde. Zijn ‘aangespoelde boten’ nemen me mee op een droomreis en staan symbool voor o.a. een wieg en een sarcofaag, de plekken waar dromen ontstaan en ophouden te bestaan.

Het kunstproject van Blanc Murmure had dan weer het briljante idee om een stad in een stad te bouwen: La Ville dans la Ville. Samen met 160 inwoners van Bergen creëerden ze evenveel nestkastjes die ze als een soort utopische stad midden op Place du Parc monteerden. Leuk detail: op elk nestkastje staat een foto van één van de 160 inwoners geprint, een denkbeeldige poging om mensen en vogels samen te laten leven. Vogels inspireerden ook Noir Artist die met ‘Don’t sleep on your dream’ een mooie mural afleverde op de parking van een lokale supermarkt. Zoals zijn naam doet vermoeden werkt deze kunstenaar uit Luik vooral met zwartwit tinten. Voor wie alle 20 werken van l’Art Habite la Ville wil bekijken is er een handige kaart die je gratis kan verkrijgen bij de toeristische dienst van Bergen.

Kunst in huis. Sinds het BAM (Beaux Arts Mons) enkele jaren geleden een moderne make over kreeg, baadt het museum in het licht. De vaste collectie beslaat meer dan 15.000 werken, voornamelijk uit de 20e eeuw. Het museum houdt eraan om ieder jaar minstens twee prestigieuze exposities te houden. Ik bezoek er ‘Giorgio De Chirico, aan de wieg van het Belgische surrealisme’, een tentoonstelling over de Italiaanse kunstenaar en grondlegger van het surrealisme, die ook figuren als Paul Delvaux, René Magritte en Jane Graverol wist te beïnvloeden. In combinatie met L’Art Habite la Ville is BAM het ideale recept voor een geslaagd cultuurweekend in de Henegouwse hoofdstad.

Muma Mons

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *